4.12.2008

Bart(C)ode - 54-54-54


Bart©ode: 54 - 54 – 54

54-54-54: een prikkelende code, voor mij persoonlijk, sinds kort en beperkt houdbaar. Ik kwam op deze aardkloot op de 5e dag van de 4e maand in 1954. Dus op 5 april 2008 tikte ik jaargang 54 aan van mijn bestaan: vandaar: 54-54-54, als Bar(t)Code.

54, mooie leeftijd? ‘Je bent op de helft Pa?!’ Oh ja? Dan zou ik dus 108 moeten worden?! Eerlijk gezegd, voel ik me af en toe al 108…, maar dit terzijde. Terug naar het nu: 54.

De helft? Daar hoort dan in elk geval een mid-life crisis bij, op zijn minst de symptomen. Zoals – bijvoorbeeld - de wens om een jaar lang te wandelen, desnoods die afgezaagde pelgrimstocht naar Santiago de Compastelle in Spanje. Of steile wand klimmen in de Ardennen, waarbij je het abseilen er gratis bij krijgt. En maar hopen dat een wulpse, rondborstige Belgische Bon Bon je beneden opvangt. Of een motor kopen (maar geen rijbewijs) en als een would be hells angel rondploffen.

Niet dus, weinig symptomen. Of het zou moeten zijn de aanschaf van een PT Cruiser, het retro-model van Chrysler, you love it, or hate it. We rijden er alweer vier jaar in, trouwens. Kort geleden hoorde ik de bijnaam die deze auto heeft verworven:. ‘MidLife Chrysler’. Had ik die Volvo dan toch moeten houden…?

Maar goed, de mid-life ervaring zelf. Tja, er gebeurt wel wat.
Het is toch alsof je op je pad door het grote levensbos onverwacht op een open plek stuit met een uitkijktoren. In trance klim je naar het bovenste platform en daar heb je tot je stomme verbazing een helikopterview op je leven tot nu toe. Sterker nog, je ziet zelfs de vage contouren van dat deel dat nog voor je ligt.

Maar eerst de terugblik.
Je evalueert de tocht tot zover: waar kom je vandaan, wat heb je tot nu toe bereikt, waar kun je trots op zijn, een waarop vooral niet. Oeps! Dat valt niet mee. Er ligt veel rommel langs het pad, dat, zie je nu, nogal zwalkt. Herkenbaar aan een spoor van versleten en/of vergeten idealen, verlepte dromen, achterhaalde verwachtingen e.d. Maar vooral valt op hoe het pad wordt overwoekerd door een wildgroei van zinloze frustraties, ongegronde jaloezieën, opgekropte spijt en ander mentaal onkruid. Allemaal erg contraproductief, klopt, maar als men je zo graag een mid-life crisis toedicht, dan moet het ook maar voluit. Ondertussen jeukt het leven soms behoorlijk.

Krijg je van die leuke boekjes op je 54e verjaardag, ‘Oude dingen die voorbij gaan’, gedichtjes over vergankelijkheid, nog grappig ook. Net als de cartoons van Peter van Straaten - Hoezo oud? Treffende, rake situaties, waarvoor dank. Maar meteen dat gevoel, ‘waarom heb ik zoiets niet gemaakt. Dat is misschien wel de kern van de jeuk: het gevoel iets te moeten doen, een taak, een missie, een roeping, iets wat ik nog niet gedaan heb. Zingeving. Het geheim van mijn bestaan. The Secret? Iets waardoor alles wat meer op zijn plaats valt.

Het wordt ook wel tijd; je want je hebt steeds minder toekomst als 50 plusser. Maar ja, wat dan?! Wat is ‘iets zinnigs, iets nuttigs’? Wat is iets wat ik zou kunnen (of willen) doen? Natuurlijk er kan zo veel, maar ik kan niet kiezen. Had ik een ander beroep moeten kiezen?

Fysio bijvoorbeeld! Vanmorgen zoon J. naar fysio gebracht. Hij kreeg vorige week een nieuwe kruisband, nou ja, nieuw? Ze schaven een lapje van je eigen hamstring af, dat bouwen ze om tot kruisband, stevig vastgezet met een kunststof-schroef in je gebeente. En sterk spul hoor, want ze sjorren met volle kracht aan je onderbeen, om te controleren of ie echt houdt. Daarna een half jaar revalideren onder begeleiding van een fysiotherapeut. Vanmorgen de eerste sessie. Ik mocht mee naar binnen en de activiteiten van nabij aanschouwen. Als fysiotherapeut doe je wat zinnigs, je betekent iets voor mensen. En terwijl ik dat denk, verwijt ik mezelf meteen: ‘Waarom ben ik dat dan niet gaan doen?!’ In plaats van Nederlands studeren, gedichtjes/liedjes schrijven (over neuzenpulleken bijvoorbeeld – zie filmpje op You Tube: http://nl.youtube.com/watch?v=hhOov8Uk68U ). En dan jaren met het waanbeeld rondlopen dat – ooit – Carré aan mijn voeten zou liggen. Ik was immers ‘De nieuwe Toon’, de ‘Ivo van de jaren ’90.’ (zoals ‘de pers’ schreef nadat we het Leidsch Cabaret Festival hadden gewonnen (1979). En ik maar denken dat het vanaf dan vanzelf zou gebeuren. Mooi niet,..

Nee dan, fysio. Of arts, chirurg. Ik zou een goede zijn, roep ik wel eens. Medische kwesties hebben mijn warme belangstelling. Zeker sinds ik er voor mijn werk – pr/communicatie – wel eens over schrijf. Ik heb er feeling voor, medicijnen, houd ik me zelf voor, als een orthopeed me uitlegt hoe je een kunstheup in monteert. Maar ja, dat denk ik ook als ik een week later in een slachterij zie hoe ze een high-lander van 500 kilo versnijden tot een legpuzzel van 5000 stukjes kwaliteitsvlees. Of als ik een bevlogen kaasspecialiste in Noord-Holland interview over haar passie voor de kleine kaasboer. Of als ik een pakkende brief opstel over uitvaartverzorging en nazorg. Of een website verzorg voor een elektrotechnisch bedrijf. Ik heb overal wel feeling voor, maar doe er niets mee, behalve dan erover schrijven (en fotograferen).

Zeker, een beroep. Maar of het ook een roeping is? Ach, dat zijn zo van die vragen, die je na 30 jaar jezelf stelt, , terwijl je bovenop die uitkijktoren staat. Ik draai me om, en kijk naar het pad dat voor me ligt. Het zicht is beperkt door flarden mid-life nevels die hardnekkig over het bos hangen. We moesten maar eens verder … Op naar de 55. En verder, op naar de kleinkinderen, de rollatorkampioenschappen. En verder

Al bestaat er geen Tom-Tom voor de toekomst, misschien wel beter zo. Maar het jeukt wel.