9.11.2011

Tegeltjes wijsheid


Er is een kunstwerk ontstaan, gewoon bij ons thuis. Het heet: “Nobody is perfect. Maar in een goed huwelijk….”
nobody is perfect...
Het kunstwerk maakt sinds 9/11 deel uit van onze tegelvloer die al bijna 20 jaar onverstoorbaar ligt. Een vloer van superhard gebakken Italiaanse plavuizen. Topkwaliteit, absoluut. In tegenstelling tot de tegelboer waar we ze op de kop tikten, in Rotterdam Zuid. Op het oog een normale zaak, maar met vage praktijken; achteraf zeg ik: halve-oplichters. Ruim twee maanden voor de tegels nodig waren, hadden we ze uitgezocht. We hadden de schappelijke offerte getekend voor levering, inclusief diagonaal leggen. So far, so good. Maar twee dagen voor de leg-datum belt de tegelboer: ‘Een fout in de offerte, de tegels waren twee keer zo duur. Voor de afgesproken prijs ging hij ze zeker niet leveren. Of ik maar akkoord wilde geven, anders ging het feest niet door. Na wat tegengas wilde hij ons wel matsen – het verschil delen, ja ja. We konden voor ons gevoel weinig anders, dus doe maar.

Op de leg-datum kwam een geblindeerd en deukenrijk busje voorrijden. In plaats van twee, meldde zich één tegelaar, met zichtbare tegenzin. Zijn maatje was ziek zwak en katterig, dus hij had de pest in. Dat werd niet beter toen hij onze riante woonkamer bezag, met al die speelse hoeken, schuin lopende muren en - de grootste uitdaging - de vrijstaande pilaar waar de tegelvloer rondom moest sluiten. Bij die aanblik zakte het laatste beetje fut in zijn gympen. “Jezus, dat hebben ze niet verteld, dat ga ik niet redden in een dag.” Hij belde de zaak, maar kreeg geen gehoor. Begon mokkend in een hoek en legde de eerste tegel recht aan de muren. Ik drukte zijn stemming nog verder met de mededeling dat de tegels diagonaal moesten liggen. Ik liet hem de offerte zien. "Jezus!” Je zag de man imploderen, een kernfusie bij kamertemperatuur? Hij zat er niet ver vandaan. Maar ik had het zwart op wit, en na een kan koffie en een pak stroopwafels ging hij aan de slag.

Eerlijk is eerlijk, hij wist van wanten. Werkte snel, kwam de eerste dag een heel eind. “Morgen zijn we wel met z’n tweeën, dan moet het af.” En op dag twee stond het geblindeerde busje al vroeg op de stoep, samen met z’n maatje hield onze tegelaar de vaart er in. Maar niet voordat hij me had gemeld dat aan het eind van de dag contant afgerekend moest worden. Of ik daar wel rekening mee hield? Nee dus. 2000 gulden, of zo iets, had ik niet cash in huis. En hoezo contant? Dat soort bedragen gaan toch per giro? Niet in de tegelbranche dus, begin jaren 90. Weer stonden we voor het blok: en weer zegden we toe, en de tegelaars pakten door.
Aan het eind van de dag kwamen ze echter een paar tegels tekort, bij de voordeur, de entree, niet echt handig. Weer een fout in de offerte, verkeerd opgemeten? Een belletje met de zaak maakte duidelijk dat de extra tegels niet op voorraad waren. Zou zeker vijf weken duren. Maar of ik maar wel nu alvast wilde afrekenen?!
Nee dus. Ik was er klaar mee. En hoewel ik geen held ben tegenover zichtbaar gestreste klusjesmannen uit Rotterdam, gewapend met hamers en tegelsnijders, maakte ik mijn punt.
“Dan duurt het ook vijf weken voor ik betaal. Eerst afmaken. Zeg dat maar tegen je baas.” En zowaar, ze dropen af. Tot over vijf weken dan maar! ’s Avonds nog een telefoontje van de scheldende baas. Ik verbrak halverwege zijn tirade ons innige, maar eenzijdige contact.

De volgende ochtend om half zeven ging de bel. Op de stoep het geblindeerde busje, en de oudste tegelaar met een pak tegels voor de deur! "Ze hadden toch nog wat gevonden, achter in het magazijn". Vage smoes. Hoe dan ook: na een uur had ie de klus geklaard, en 20 jaar later ligt de vloer er prima in. 

En nu dus voorzien van een kunstwerk. Dat zit zo. Bij een kleine verbouwing is onlangs een stuk binnenmuur ingekort, waardoor een strookje kale betonvloer tevoorschijn kwam. Nu hadden we al die jaren een halve resttegel bewaard, en dat bleek net groot genoeg om een passend stukje uit te snijden. Omdat het een harde tegel is, wilde ik dat laten doen door een ervaren vakman. Ook al ben ik zelf ook niet onhandig, ‘Ieder z’n vak’,  Probleem is alleen dat vakmannen altijd vol zitten en voor een enkel passtukje niet warmlopen. “Belt u over vier weken nog eens.”
maar in een goed huwelijk...
En zo kan het gebeuren dat je overmoedig wordt en het toch zelf gaat doen. Gesteund door praktische tips op nternet ging ik aan de slag met een glassnijder en een supergehard tegelboortje. Met als werkstrategie: zoals je op de kleuterschool (nu Groep 1) figuurtjes voorprikt langs een patroon en uitsnijdt uit het karton. Na stevig prutten met de glassnijder en wat voorboorwerk – al kwam ik er niet door – durfde ik het aan om het eerste randje af te tikken. Het resultaat was dat het hele stuk ongecontroleerd doormidden brak, en plan A lag in duigen. Tijd voor plan B: een mozaïekje, van kleine stukjes resttegel om het gat op te vullen.

Tot grote droefenis van mijn eega. Zij vindt het als lelijk, zeg maar mislukt – ik ook, maar dat gaf ik niet toe - en waarom had ik dan toch maar niet gewacht op de vakman. Het is zoals het is, en het gaat zoals het gaat! En zo keuvelden we nog even door. Dat op de televisie intussen het WTC in New York voor de zoveelste keer instort, in het kader van het 10 jarig jubileum, zette ons tegeltjestrauma weliswaar in een heel ander perspectief, maar toch… het schuurt.

Ik stelde voor om het mozaïekje te beschouwen als een kunstwerkje. Als symbool voor relaties, zoals de onze, die best wel een stootje kunnen hebben. Ook al schiet er hier en daar een barstje in, een scheurtje, een krasje… Echte liefde werkt dan als voegmiddel dat de scherven bij elkaar houdt. Een mozaïekje in een bijna perfecte vloer. 
“Nobody is perfect. Maar in een goed huwelijk….”  

Een soort tegeltjeswijsheid. Of het ooit in het stedelijk museum te zien, … denk van niet

Voor de kenners: de foto's betreffen een voorstudie. Er moet nog gevoegd worden.


(Voor een grotere afbeelding even op de foto klikken.)






8.08.2011

Schokkende tijden


Kreeg een sms je van mijn broer&schoonzus op vakantie in de Ardèche: “Er was hier net een aardbeving! 4,5 op de schaal van Richter. De tent schudde, gerommel als onweer. Best raar! Maar geen ongelukken.” Ik weerstond de verleiding een flauwe grap terug te sms-en: “Zeker te veel, te snel en te goedkope wijn gedronken? Of: weet je zeker dat er geen stukje uit je neus stuiterde?” Humor onder broers. Niet gedaan dus. Wel  ‘s morgens even op internet gekeken hoe het nu zat met die aardschok. Geen goedkope wijnkater. Epicentrum lag onder het dorpje Baljac, nooit van gehoord, maar het bestaat. De nachtelijke beving was er het gesprek van de dag. Ook op diverse blogs en tweets schokte de beving nog na.

Ik zag en zie een symboliek met de actuele ‘toestand in de wereld’, om eens de titel van een heel oud radioprogramma aan te halen. Het zijn schokkende tijden waarin we leven. En beven. Die aardbeving symboliseert het acute instortingsgevaar op vele fronten: financieel, economisch, sociaal, politiek, voeding en gezondheid, natuur en milieu, vrede en veiligheid.

Schokkende tijden, waarin zogenaamde wereldleiders het ook niet meer weten, als ze het ooit al wisten. Waarin miljarden worden besteed aan wapens, terrorisme en andere resistente virussen, terwijl een fractie van die over de balk gesmeten budgetten al voldoende is om de bevolking van een uitdrogend werelddeel te voorzien van voedsel, water en fatsoenlijk onderdak.  Wat dus niet gebeurt.
Schokkende tijden waarin wij ons druk maken om woningprijzen, hypotheek, kosten voor gezondheid, energie, en ons recht op een onbekommerde oude dag, terwijl talloze kinderen elders nooit enig dak boven het hoofd hebben, en soms niet eens volwassen zullen worden. Tijden waarin een enkel individu meer kan bezitten dan de rest van zijn landgenoten samen.  Schokkende tijden waarin je zomaar kunt worden beschoten op de snelweg. Waarin het begrip funshoppen in London en andere Engelste steden een grimmige dimensie heeft gekregen.
Het is een slechte rampenfilm, met achter de coulissen de schimmige spelletjes van beleggers, die de scenario’s naar hun hand zetten. Waarin de beurskoersen zo hard op en neer stuiteren dat de schokken te zien zijn op de Schaal van Richter Met schokkendste beeld misschien wel die gewonde jongen, die door omstanders zorgzaam lijkt te worden geholpen, maar intussen graait een van die medemensen zijn rugzak leeg. Deed me denken aan een foute bankier die zich na jaren van wanprestaties, list en bedrog  nog even verzekert van een vette bonus. Zou me ook niets verbazen als de dader kans maakt op een succesvolle loopbaan in de financiële wereld. 

Schokkende tijden, maar..., ik ben niet Roomser dan de Paus - rare uitdrukking trouwens, in een tijd waarin de Rooms Katholieke waarden en normen niet bepaald vlekvrij zijn. Maar dat terzijde. 
Ik speel mee in een spel waarvan ik de spelregels niet doorgrond. Ik pik de krenten uit de pap, waarvan ik het recept niet ken. Ben blij met elke vonk positiviteit, gevoelig voor elke teleurstelling. Soms vallen ze samen. Zoals de brief van mijn pensioenfonds. Een overzicht van wat ik tegemoet kan zien, vanaf mijn 65e op basis van mijn jaren in het onderwijs en, ook ik, bij defensie. Waarbij in het kader van dienstplicht toch ruim een jaar lang mijn land heb verdedigd, met gevaar voor eigen lever, hangend aan de bar van de kazernekroeg.
Een welverdiend pensioen is dan wel het minste.  Na vluchtige lezing dacht ik een bedrag van 247 euro per maand te kunnen incasseren, vanaf mijn 65e tot en met de rest van mijn leven. Geen vetpot, maar beter dan niets.  Bij nadere beschouwing gaat het om 247 euro per jaar. Zeg 20 euro per maand.  Waar maak ik me druk over? Misschien kan ik het afkopen, en de opbrengst storten op Giro 555? Al moet je dan ook maar afwachten of het goed terecht komt. Als het al terecht komt, want het zijn schokkende tijden.


Gelukkig kreeg ik later van de week weer een sms je van mijn broer&schoonzus: dat ze veilig thuis zijn. En het voetbal is ook weer gestart, met het ritueel van bordje op schoot bij studio sport. Dat biedt weer wat houvast in alle turbulentie. Al voel ik me dan een beetje struisvogel…

7.10.2011

Broodje nuchter



klik groter
Het is zover.  De symptomen dienen zich nu toch onontkoombaar aan. Naast de – ach, dat hoort erbij – alledaagse vergeetachtigheid, naast het fenomeen dat je steeds moeilijker – joh, dat heb ik ook wel eens – op een naam kunt komen. Nee, echte symptomen, daar heb ik het nu over.

Dat je dingen doet, die een beetje vreemd zijn. En waarvan je bovendien niet meer  weet dat je het hebt gedaan.  Erger nog, waarvan je niet beseft dat je het doet op het moment zelf. Je staat erbij, je kijkt ernaar, maar ‘ it’s not me’.  Vaag? Lees verder!

Dochter zocht gisteren de boter om haar ontbijtje te smeren. Niet te vinden. Ook moeders ingeroepen hulp bracht geen boter in beeld. Het kuipje – altijd smeerbaar – licht verteerbaar – bleef hardnekkig spoorloos. Met alle stress van dien voor het ochtendhumeur van de dames.

Ik was er niet bij, maar wel schuldig, waarschijnlijk. Ik had immers ’s ochtends vroeg al een boterhammetje gesmeerd, als brandstof voor een dagje parket leggen. Vrijwilligerswerk in familiaire kringen, maar dat terzijde.

Opsporing verzocht: kuipje margarine vermist, laatst gezien op de vaste plek in de koelkast. De speurtocht duurde zeker 10 minuten voor moeders succes had.  Zij vond het kuipje boter in…. onze fraaie houten  broodbox op het aanrecht. 
En al zit er met een beetje goede wil, enige logica in – boter bij de boterhammen – het is voor mij een serieus symptoom van onomkeerbare aftakeling van mijn mentale staat. Want, daar gaat het om,  ik heb werkelijk geen herinnering aan het plaatsen van het boterkuipje in de broodbox.

Het sluit aan bij eerdere bewustzijn storingen. Een paar weken geleden wilde ik de papiercontainer nog even snel bij de stoep zetten.  Maar de container was al weg. Of de partner me was voor geweest? Nee, dat heb je toch zelf gedaan, toen je net terugkwam met de hond? Oh ja?  Ik was het kwijt. Pas toen ik rustig toch naar buiten liep, naar de inderdaad al langs de stoep staande container, en weer terug naar huis, kwam de herinnering. Maar het verstoppen van boter is geheel gewist van mijn hard/harst-disk.

klik groter 
Ik moet er maar niet te lang bij stilstaan. Het valt misschien nog mee. Maar je zoekt toch een verklaring, Misschien is het de BAV-periode die ik mezelf heb opgelegd: Bewust Alcohol Vrij. Alweer een paar weken nu. Broodje nuchter. Waarom? Om het leven eens wat frisser tegemoet te treden. Om te ontdekken of dat inderdaad zo werkt. Alcohol is toch gif. En ja,  ik ben bij vlagen scherper. Maar kennelijk niet altijd. En als je dan tegelijkertijd boterkuipjes gaat verstoppen, zonder dat je het zelf doorhebt? En wie weet wat je daarna nog gaat uitspoken, de kat in de vaatwasser. De iPhone in de Magnetron. De buurvrouw uitlaten. De waterlelies in de sloot maaien. Tja…
Dan kun je misschien beter een wijntje pakken. Ben ik nog niet uit. 

6.23.2011

't gaat om de gamie

Groter? Klik!
Zwanen hebben een hoge huwelijksmoraal. Eenmaal een paar, altijd gepaard.  Nest na nest.  Monogamie in extremo. Rijst de vraag of je als zwaan en/of zwaanin eigenlijk niet enorm suf bent, of juist enorm trouw? Immers, monogamie is duidelijk niet de standaard in de natuur. Het gaat er bij veel diersoorten ongecompliceerd aan toe, direct en soms behoorlijk ruig. Waarbij niet gekeken wordt op een partner meer of minder. Met name de mannekes lusten er wel pap van. Van polygaam rondslingerende apen tot - waar bijvoorbeeld eenden goed in zijn - voortplanting in groepsverband. En wat te denken van de orgies midden op het grindpad waar naaktslakken zich schaamteloos aan overgeven. Ik zal de eerste wandelaar niet zijn die met maatje 42 onbedoeld een spattend einde maakte aan het natte feest. Over personal footprint gesproken.

Groter? Klik!
Hoe dan ook, met liefde heeft het niets te maken. Het is de tirannie der hormonen, of beter: de genen op hun eeuwige missie naar de beste resultaten. Over een achterliggend masterplan is weinig bekend, laat staan dat iemand weet wie de master achter dat plan is. Daar is de laatste oorlog nog niet over gevoerd. Maar ik dwaal af.

Polygamie. De mens kan er ook wat van, we zijn van nature polygaam.  Al heeft de ontwikkeling van geest en beschaving daar de nodige demping in aangebracht: we hebben te maken met bewustzijn en gevoelens - al dan niet aangeleerd - van romantiek, verliefdheid, kinderwensen en verantwoordelijkheid. Zaken die het soms onpraktisch, zo niet ongepast maken om toe te geven aan de primitieve lustimpuls.  Al kan dat van cultuur tot cultuur behoorlijk verschillen. 
Groter? Klik!
Bij de mens kom je het gehele spectrum tegen: van algeheel onthoudende monnik en celibataire non, tot haremhoudende groot-kalief in Walt Disney decors.  En alles er tussen in.  Wie wat waar praktiseert, hangt af van cultuur, traditie, religie, het weer, de mode, vraag en aanbod, en – niet onbelangrijk – de vermeende gelegenheid.

Waar sta ik in dit sociaal-biologische spectrum? Dat vraag ik me af op de ochtend van mijn 36e trouwdag. Het begrip trouw is in ons geval nog tamelijk onbevlekt, behoudens soms een knullige knipoog, of een verrassende buurvrouwdroom. Maar als we wakker zijn hebben mijn partner en ik een zwanenrelatie, al 36 jaar getrouwd, al 40 jaar een paar.  Monogaam, bij mijn weten. Een wetenschap die schuurt met het besef dat de mens, als gezegd, niet monogaam is. Dus zeurt die andere vraag, of trouw stiekem niet synoniem is voor suf of zelfs ‘laf’? Te laf om de spreekwoordelijke eikel achterna te lopen, met hier en daar een buitje van twijfel aan mijn man-zijn.
Ben ik dan geheel ongevoelig voor de zwaaninnen die ik in de vijvers en sloten van mijn bestaan tegen het fraaie lijf zwem? Dacht van niet. Mijn waardering is groot.  Of biologisch verantwoord geformuleerd: mijn genen reageren vrij naturel op de nabijheid van potentiële afzetkansen. Dus…
Groter? Klik!

‘Maar tussen droom en daad staan wetten in de weg, 

en praktische bezwaren, 
en weemoed, die des ’s avonds komt, 
en niemand kan verklaren.’  

Schreef de dichter Elsschot al, in een gedicht dat niet toevallig ‘Het Huwelijk’ heet. En hoe toevallig is het eigenlijk, dat uitgerekend vandaag een bruidspaar langs ons huis wandelt, na een ongetwijfeld fraaie fotoshoot in ‘ons’ park, het Steinse Groen. Ik wens ze veel geluk, en dat zal in elk geval 3,5 jaar zal duren, want volgens de statistieken is de prik er dan wel vanaf. Uitzonderingen daargelaten, en die bevestigen de regel.

Polygamie? Bigamie? Homogamie? Monogamie? Sologamie? 
Het gaat uiteindelijk om de gamie

En wat rest, op z’n best, op de zondagmiddag in het zorgcentrum, is een potje origami.

Best knap als je dan nog een zwaan kunt vouwen.
-----------------------------------------------------------

6.06.2011

Spreid en Sluit

aan alle kanten voorbij gezommen
Sinds kort heb ik een pasje voor De Loete in Haastrecht. Prachtig gelegen openluchtbad, pal aan het riviertje De Vlist, midden in de polder. Het water is licht gechloord, maar niet hinderlijk. Ik had wat mazzel met de aanschaf van het pasje, ze rekenden het tarief voor een 60 plusser. Terwijl ik toch regelmatig te horen krijg dat ik er nog zo strak uit zie voor mijn ware leeftijd. Zoals Maik de Boer me vorig jaar nog verzekerde, tussen twee modeshows door. Maar dat terzijde. Mogelijk heeft  mijn look in een jaar tijd toch wat antieke kreukels gekregen. Dat geldt in elk geval voor het interieur van mijn knieën, waardoor ik minder fanatiek kan trimlopen. En om dat te compenseren zwem ik nu een keer per week. Het is niet echt mijn ding - ik neem altijd een stukje zwembad mee in m’n oren - maar goed, ik doe het voor de fysieke conditie.


Groeten uit de Loete
Maar of het goed is voor mijn mentale status is de vraag.  Zwemmen op zich is wel lekker, maar dan moeten ze me niet aan alle kanten voorbij zwemmen. Ze? Dat zijn de poldervrouwen. Zij laten zich ’s morgens tussen 0800 en 1000 uur te water, meestal omzichtig via het trapje. En ik wens u een behouden vaart, ben ik dan geneigd te roepen. Gekleed in badsetjes die het station modieus al lang gepasseerd  zijn, maar waar ze wel verduveld snel in zwemmen. Niet allemaal, maar kom op zeg, elke vrouw die een man voorbij zwemt, is een krasje op zijn zelfbeeld. (Erkend wedstrijdzwemsters buiten beschouwing gelaten.)

Ik dacht eerst nog dat ik m’n techniek na al die zwemloze jaren weer boven water moest krijgen. Spreid en sluit, spreid en sluit. Ik hoor nog altijd de echo van de badmeester in zwembad de Mauritskade in Den Haag, tijdens het schoolzwemmen.
Maar nee hoor, ik kan spreiden en sluiten wat ik wil, het gaat niet sneller. Ook vanmorgen niet. Het was gezellig druk,  en ik zwom min of meer gelijk op met twee poldervrouwen, nou ja, gelijk op? Even dan, want zij haalden veel meer rendement uit hun gespreid en gesluit. Zelfs als ik extra aanzet, glijdt aan mijn linkerflank een poldervrouw door het water, met de souplesse van een vakantievierende bultrug in de Noordzee.

Snelle poldervrouwen
Volgens mij pakken zij de winst vooral bij het sluiten van hun dijen. Van die stevige, tanige en jarenlang door wind en weer fietsende, en boodschappen zeulende, dus zeer getrainde dijen. En kinderen baren, natuurlijk. Dat is het vooral; het persen tijdens de weeën, het langdurig ritmisch aanspannen van de hamstrings, het is niets minder dan hoogwaardige krachttraining. En dan lig je als man al snel op achterstand.  En zo pieker ik wat af al baantjes trekkend. Af en toe rakelings een tegemoet komende bultrug passerend.
Niet dat zij zich bewust zijn van mijn competitie-gevoel. Integendeel, ze bewegen ontspannen met groot gemak door het water, soms met z’n tweeën optrekkend, al zwemmend de laatste roddels uitwisselend.Mij achteloos passerend.

En gelijk hebben ze, want  wat zouden zij zich ook aantrekken van zo’n gefrustreerde spermatozoïde met een 60 plus kaart?  Nog een paar beurten, dan heb ik het pasje eruit. En het gaat gelukkig steeds beter met m’n knie.

--------

Je kunt de foto's vergroten met de muis...

5.19.2011

P L A N K I N G

Of we hier het nieuwe Woord van het jaar hebben – het is bovendien Engels – dat weet ik niet.
Wel dat het de laatste week ineens op de golven van het nieuws komt boven surfen.
Planking ! 
De oplettende volger heeft het al voorbij zien komen: in kranten, op tv, zoals het item bij DWDD. Daarin zien we de onbetaalbare Jakhalzen het planking zelf in praktijk brengen.

Planking, voor de duideljikheid, is de actie waarbij mensen zomaar ergens gaan liggen, alsof ze een stijve plank zijn. En dan snel een fotootje laten maken, op een site plaatsen en weer wegwezen. Reuze lol!
En dan snel op naar de volgende locatie, de toevallige omstanders in gapende verbazing achterlatend.

Bijzonderheid: planking doe je bij voorkeur op heel opvallende locaties en uitdagende spots, en publiek.
Op straat, op de stoeprand, in het voetpad van bus of trein, of nog beter, op een aantal stoelleuningen,
balancerend op een balustrade, op het bordes van Soestdijk, of de tweede kamer, in lift die voor nietsvermoedende wachtende opengaat, op spoor 7 bij centraal station Utrecht,op de neus van een Amerikaanse slee, op het dak van de Arce de Triomf, op de buddyseat van een scooter, en, ook al gezien, op elkaar. (Jakhalzen) Of op een toevallig binnenwaaiend kamermeisje in je duur betaalde hotelsuite. Al sla je daar uiteindelijk de plank flink mis.
 
Planking, kortom, is een rage, en zal allicht wel weer snel voorbij racen. Al ben ik bang dat niet elke plankier het zal kunnen navertellen.De eerste dode is al gevallen, in Australië, iemand dacht even te kunnen planken in de dakgoot, op 6 meter hoogte. Nu ligt ie tussen 6 planken.Niet zonder gevaar dus, dat planking. Maar dat trekt allicht juist weer meer avonturiers en durfals.

Er zit trouwens wel een parodie-achtig Tv format in. Moet je wel een aantal BN-ers zover krijgen om een rondje te gaan planken. Onder leiding van Ton Planken, bijvoorbeeld. Dan gaat het erom welke BN-er de origineelste uitvoering verzint en /of een planking opdracht het langste volhoudt.

Titel, je voelt hem al aankomen, is: Planking The Stars.

Rest de vraag, hoe origineel is planking eigenlijk. Waar komt het vandaan? Bijgaande foto is een aanwijzing dat planking is uitgevonden, en nog steeds wordt gepraktiseerd, door daklozen. Dan is deze rage ook goed op te vatten als een sociale aanklacht. Als nu al die planking heroes er meteen eens een inzamelingsactie aan vastknopen?

Al zie ik het me zelf niet zo snel doen. Plankenkoorts....

.............

4.24.2011

Laat ons maar schuiven?


Het kan niemand meer ontgaan. Er waart een fenomeen door ons land, een beweging, een gebaar. Het schuif gebaar. Alsof we een licht lopende schuifdeur opzij duwen. Het gaat bijna vanzelf, zo lijkt het voor de neutrale toeschouwer. Met een soepele beweging vanuit de pols plaatsen we de vingers ontspannen op ‘de deur’ en zwaaien deze als het ware opzij.
Trouwens, zwaaien? Beter is aaien, of vegen; ja, dat is het: een aaiende veeg-beweging.
Maar voor het gemak houden we het op schuiven. Steeds meer mensen doen het! Ook u waarschijnlijk.

Ik heb het natuurlijk over het gebruik van onze smart Phone, de iPad of elk willekeurig concurrerend ander tablet. Met de vingertoppen lichtjes op het scherm van het apparaat, schuiven we van pagina naar pagina, van beeld naar beeld, van menu tot menu, van enzovoort tot et cetera. 

We houden even stil als we op iets interessant stuiten, maar hebben we genoeg gezien, dan vegen we het oude plaatje weg en een nieuw beeld tevoorschijn, net zo makkelijk, in één gebaar. Laat ons maar schuiven. En we schuiven ook steeds meer in het openbaar. Kijk maar eens even omhoog van je Phone of Pad en zie de echte wereld om je heen. Bijna iedereen is bezig met een schuif apparaat.  In de trein, in de kroeg, in de studiezaal; en ook thuis in het gezin zit iedereen gezellig in de woonkamer te schuiven. Digitaal sjoelen, mag ik even aanschuiven?
Je zou er een filmpje van moeten maken, ritmisch monteren met klassieke walsmuziek. Op elke derde tel van de driekwartmaat zie je iemand een veeg uitdelen.  Een Twee Schuif, Een Twee Veeg, Een Twee Schuif… Lijkt me hilarisch. Opbouwen van klein - een enkele persoon, normaal gebruik - tot en met een vol stadion waar het publiek strak gedirigeerd aan het schuiven is, inclusief de wave. Laat ons maar schuiven.

De techniek gaat verder. Hoe lang zou het nog duren, voor de volgende situatie realiteit is? Stel, je zit in de trein, je OV is verlopen, en de controleur staat voor je neus. Er dreigt een forse boete. Maar als de bon wordt uitgeschreven, veeg je het hele beeld gewoon opzij: weg conducteur, weg boete. Of je dan nog steeds in de trein zit, weet ik niet, maar dat is weer een andere technische uitdaging. Selectief schuiven, denk ik.

Handig toch, zo'n toepassing?! In de file? Schuif ‘m opzij! Jehova getuige aan de deur? Geef ‘m een veeg! Iemand anders op jouw parkeerplaats? Schuif ‘m zoek! Je Ex/die blijft zeuren? ZZoeeff, met een strakke veeg is het stil.  
Nog mooier zou het zijn als we een betere wereld bij elkaar kunnen schuiven; alle dictaturen, criminaliteit, milieuvervuiling, maatschappelijke/sociale misstanden, vegen we aan  tot we het perfecte plaatje hebben, zonder armoe, honger en geweld.  Zo zetten we de werkelijkheid letterlijk naar onze hand.

Keep on dreaming, zegt u? Graag, want zonder dromen, kom je nergens.  Dus ik zeg: laat ons maar schuiven. Wel een waarschuwing, schuif met mate, want anders loopt u een verhoogd rsi-risico, en zit je voor je het weet met een schuif-pols.