11.07.2007

You Tube, Me Tube, Everybody Tube

Ja, ik ben er ook aan: You Tube! Filmpjes delen met de hele wereld.
Fil
mpjes bewonderen van de hele wereld. Een wondere wereld, zou Chriet Titulaer zeggen, in zijn beste tijd. En een wereld waar de wonderen nog niet uit zijn, voeg ik er maar aan toe. Onlangs namelijk nog een wonder mogen beleven. Nou ja, wonder? Iets wonderlijks in elk geval. Lees door, en verwonder u zelf. Maanden geleden heb ik met mijn toen nieuwe telefoon een filmpje gemaakt van onze binnenhuis ‘dierentuin’. Een hartverwarmend tafereel waarbij onze kater Floris, staande op de harige flanken van onze teef Noah, haar liefdevol masseert, intens spinnend. Noah ondergaat het in stil genot. Kater Floris loopt naar de kop van haar ‘grote liefde’ en gaat vol overgave verder met liefkozingen. Noah laat die avances niet onbeantwoord en geeft net zo makkelijk kopjes terug. Met de kanttekening dat Noah’s kop net zo groot is als de hele kater Floris. Toch spreekt er liefde uit. Ook als Noah’s tong Floris in één lebber door de wasstraat haalt. Een aandoenlijk stel. Het cliché ‘leven als kat & hond’ krijgt een geheel nieuwe betekenis.Tot zover het filmscenario.

Enkele weken geleden kwam ik het filmpje tegen op mijn PC, ik had het kennelijk al ingeladen. Nu heb ik inmiddels een handig video bewerkingsprogramma en ik kon in no time het filmpje voorzien van een titel, aftiteling en als toepasselijke soundtrack: “when a man loves a woman” van de Soul Tiger Percy Sledge.

Ik heb deze gehele productie a 1 minuut 54 seconden op You Tube geplaatst, piece of cake! En vervolgens een linkje rondgemaild naar potentieel geïnteresseerden, zoals huisgenoten, familie, vrienden, bekenden... En ook aan – een tip van broer André – het Betty Asfaltcomplex, het media-tainment bedrijf van Paul Haenen (bekend van Margreet Dolman, Dominee Gremda e.d.). Volgens broer André is Margeet altijd op zoek naar mooi, warme, lief, bijzonder e.d.

Tot mijn verrassing kreeg ik al snel een mailtje terug met de vraag of het filmpje mag worden opgenomen op de nieuwste Margreet Dolman DVD (die binnenkort in de winkels ligt.) Zeer vereerd natuurlijk. Dus ingestemd. DVD gestuurd. En een dag later, vrijdag 19 oktober, belde Paul Haenen zelf. Hij – dat wil zeggen Margreet Dolman - wilde eigenlijk ook een interviewtje met de regisseur, dus ondergetekende. Maar het moest wel snel. ‘Over een uurtje?’ gaf ik bij wijze van grap een voorzet. “Is goed. Ik kom er aan!” zei hij, minstens zo snel schakelend als ik.

En zo stond ik wat later die middag op het perron van Station Gouda-Goverwelle Paul Haenen op te vangen. Hij stapte uit de stop/staptrein, cameratas om de schouders. Kon niet missen. Ik kende hem natuurlijk van tv, keek vaak naar zijn Margreet Dolman avonturen, zijn shows voor de VPRO tv. Valt niets tegen in het echt: een vitale 50-plusser. Bij ons thuis eerst een bak koffie gepresenteerd. Een beetje praten over koetjes en kalfjes, en honden en katten natuurlijk. Beide filmsterren waren aanwezig, lui gedrapeerd op vloer en bank. Geen sterallures, geen carriereplanning. Weten zij veel !

Ondertussen krijgen we via de radio mee dat Jan Wolkers net is overleden. Zo’n bericht komt toch wel aan, zeker bij kunstzinnige typen als Paul Haenen. En zelf heb ik ook een studie Nederlandse Taal- en Letterkunde op zak, en al gauw een meter Wolkers in de boekenkast. Wolkers, het icoon van onze vaderlandse literatuur, en van de kunst in bredere zin. We begrepen de betekenis van het moment , maar deden er luchtig over. Met de opmerking: 'Waar was jij toen Jan Wolkers overleed? In Gouda dus! Geïnterviewd door…Margreet Dolman.

Dat interview was een speciale ervaring. Zodra Paul zijn apparatuur in de aanslag had, en ik was voorzien van een draadloze microfoon, transformeerde Paul naadloos in Margreet, qua stem. Aparte gewaarwording. Margreet Dolman stelt de vragen, Paul hanteert de camera: een complete cameraploeg in één persoon. Wel zo handig.

Anderhalfuur laten zet ik de cameraploeg weer af op het station. Voorzien van – hoe kan het anders – een pakje originele Goudse Stroopwafels.

Waar blijft het wonder nu? Vraagt u zich af… Welnu. Die hele avond staat de TV bol van Jan Wolkers. Herinneringen, gedenkingen, citaten, oude filmpjes en ga zo voort. Eerbetoon. Ik doe er aan mee. En pak voor het naar bed gaan een willekeurig boek uit de meter Wolkers. Mijn hand valt op ‘De Junival’.

De Junival gaat over de relatie van de schrijver met zijn moeder en met zijn kat Voske. Op bed lees ik de eerste hoofdstukjes. Het zijn herinneringen, korte flashbacks. In hoofdstuk 5, beschrijft hij dan tot mijn verbijstering hoe hij met de kat Voske door de kamer danst, op muziek van Percy Sledge…: When a Man Loves A Woman. …. ?!

God's wegen - en die van Wolkers - zijn soms wonderbaarlijk. Junival, toeval, hoe toevallig kan het leven zijn… ?

p.s. Het filmpje is te zien (en te horen) via deze link: http://nl.youtube.com/watch?v=HZXZtuLdtt0


10.22.2007

Spiegelreflex

Te lang geleden natuurlijk, dat ik het laatste bericht hier plaatste. Het gebeurt je gewoon, ondanks je voorgenomen discipline en strengheid voor je zelf. Is er zomaar weer een half jaar verleden. Waarom gebeurt dat? Druk? Druk? Druk? Nou, valt wel Mee, Mee, Mee.

Ik bedoel, genoeg te doen, daar niet van. Maar er is best wel eens een uurtje vrij te maken, dat je anders eigenlijk toch maar ‘zinloos verkwist’. Bijvoorbeeld zo’n late-night-talkshow op de buis, waarmee je wordt sufgeluld. Lijkt grappig, soms zelfs inhoudelijk interessant, maar het is net als met een zak chips: je eet door tot die leeg is, en na afloop heb je spijt. En een opgeblazen gevoel.

Om maar niet te spreken van de uren die ik verlies met voetbal kijken. Nee, niet de hele zaterdagen die ik tijdens het seizoen langs de lijn doorbreng bij de wedstrijden van het superteam van mijn getalenteerde zoons. Ik bedoel: dat is nog te verdedigen als zo’n vader-zoon-ding, waardoor ze later niet kunnen zeggen, je was er nooit bij! Sterker nog: ik schop soms zelf nog een balletje mee, op zondagochtend of -middag. Kost je weer een paar uur… Daarbij moet ik bekennen dat ik dochterlief naar verhouding tekort doe, want ik sta niet langs de bak als zij haar paardrijkunsten beoefent. Krijg ik later vast wel een keer te horen, als het zo uitkomt. Gelijk heeft ze

Maar wat ik echt bedoel, is de tijd die verloren gaat met voetbal op TV. Waar je vroeger verlangend uitkeek naar die ene uitzending per jaar van Ajax of Feijenoord in de Europacup
- zo heette dat toen nog -, zo kijk ik nu juist uit naar die ene maand per jaar dat er géén voetbal op de buis is! “Je hoeft toch niet te kijken?” roept mijn zinnige partner dan, en terecht. "Er zit toch een knop op de TV.!? Tuurlijk." Maar op een of andere manier weet ik rond voetbaltijd, alleen hoe je die aan doet. Als hij al niet aan staat, vanwege de eveneens TV voetbal kijkende zoons. En dan heb je dat vader-zoon ding, als excuus.

Maar - lang verhaal in het kort -: ik zou moeten stoppen met voetbal op tv, want het gaat nergens meer over. Het kost tijd en ergernis, om niet te spreken van het geleuter eromheen. Elke teennagel blessure van iedere nauwelijks aan de pampers ontgroeide miljonair wordt uitvoerig geanalyseerd. Kappen! Niet nog meer woorden aan vuil maken.

(Al is het wel zo, dat het me nu aanzet tot deze blogpost… Tja, gek wordt een mens van dat soort overwegingen.)

En de kern zit nog dieper, bij mij. Als 50 plusser – daar is ie dan – ben ik ten prooi gevallen aan het besef dat de klok toch echt aftelt. Dat er steeds minder toekomst overblijft, voor de uitvoering van bestaande plannen en dromen, waar er bijna wekelijks ook wel een nieuw plan bijkomt.

Dat gevoel dus: steeds minder tijd, steeds meer te doen. Daarbij het knagende besef dat niet alleen de speeltijd terugloopt, maar ook je energielevel afvlakt . Sluipenderwijs tap je noodgedwongen uit een ander, steeds minder daadkrachtig vaatje. De olie wordt steeds duurder betaald… (Al heeft dat er weinig mee te maken...)

Wat - tot slot - helemaal verlammend werkt is de confrontatie met je zelf in de spiegel. De kop die je aankijkt, is elke dag ouder. De jonge vent, om maar te zwijgen van de jonge God die ik ooit was, is duidelijk ingetreden tot de laatste fase van zijn product-life-cycle. Hoewel de Uiterste HoudbaarHeids Datum een rekbaar begrip is, en nog jaren, decennia kan duren, komt ie toch steeds dichterbij . Dat één van mijn – overigens gewaardeerde - klanten een uitvaartverzorger is, maakt het er niet makkelijker op die gedachte ook wel eens een dagje niet te hebben...

En nog zoveel te doen, te willen. En toch maar TV kijken, uit mijn neus eten. Of doe het zelven, ook zo iets: klussen doen waarvoor ik niet ben opgeleid, en alleen daarom al er drie keer zo lang duren, dan nodig zou zijn. Klussen waarvan je je bovendien in alle redelijkheid moet afvragen: heb je dan echt niets beters te doen?! Lijmresten schrappen van een betonnen muurtje in de badkamer, om de spontaan loslatende tegels – net op tijd breukvrij verwijderd - er opnieuw tegen aan te plakken. Kost je zaterdag 3 uur voorbereiding. En zondag nog eens 4 uur werk! En dan maandag nog 1,5 uur voegen.

Zet het nut daarvan maar eens uit tegen de betekenis van van het heelal en de eeuwigheid?

Of minder zweverig: waarom doe ik in die 8 acht uur, een dag, niet iets zinnigs voor de samenleving? Voor de wereldvrede. Voor het milieu. Of voor een ander. Misschien kan ik iemand helpen die een tegelwandje wil hebben!? Ik moet niet gekker worden....

Terug naar die steeds oudere kop in de spiegel. En op - niet te vergeten, - foto’s. Zoals de foto die mijn bijna schoonzus maakte van mij en mijn twee broertjes – ik ben de oudste. Fraaie opname met een professionele digitale spiegelreflex, maar ik schrok me rot. Sterker nog. Mijn meekijkende partner toen zij , over mijn schouder, de foto keihard op het 22 inch beeldscherm zag openen, riep ontsteld uit: “Ben jij dat oude mannetje?!” Ze schrok er zelf van.
Point of no return. En ik hield met moeite een gemene return binnensmonds.

Want ze heeft gelijk: dat oude mannetje ben ik . Een gewaarwording die verlammend werkt. Ook elke keer dat ik mezelf in een spiegel voorbij zie lopen. Oude vent! Ik noem het een spiegel reflex. En dan voel ik meteen nog een spiegel reflex opkomen: gewoon alle spiegels in huis met harde hand deleten. Scherven brengen toch geluk? Waar is mijn hamer?

Hoewel. Dat kost ook weer tijd… Gek word ik van mij.

Schrale troost: het zal mijn tijd wel duren…

4.30.2007

Nieuwe buren, vroege vogels

Het is lente. We hebben nieuwe buren. Sterker nog. Er is een nieuw huis(je) naast onze eigen woning in gebruik genomen. Familie Mees is ingetrokken op Gandhiweg 98A (wij wonen zelf op 98). Nummer 98A, voor de duidelijkheid, is het vogelhuisje dat ik vorig jaar aan de boom heb geschroefd. Een cadeau wegens de aanschaf van een nieuwe keuken. De kwaliteit van het vogelhuisje is goed, in lijn met de kwaliteit van de keuken. Geen klagen dus.

Gandhiweg 98A heeft een jaar leeg gestaan, of beter gehangen. Ondanks het uitnodigende netje met nootjes; dit trok wel af en toe de aandacht van wat langskomende vogels, trekvogels. Maar huren? Ho maar. Tot een paar weken geleden. Op een ochtend ontwaarde ik wat vliegbewegingen, en inderdaad: er is serieus sprake van bewoning. Familie Mees heeft het momenteel bijzonder druk. Moeder en vader vliegen af en aan en brengen snaveltjes vol voedsel naar binnen, er moet een nestje zijn; de eitjes zijn gelukt.

De nestuitbreiding bij de buren is ook ontdekt door onze poezen. Ze tonen al dagen bovenmatige belangstelling voor het vogelhuisje. Ze gingen wat graag op kraamvisite. Ze posten onder aan de boom, kopjes afwachtend omhoog. Instinctief hopen, verwachtend dat de eerste vlieglessen van onze buurmeesjes misschien niet goed gaan, en een mals meesje als een hapklaar brokje uit de lucht komt vallen.

Laatst was de rode kater – de brutaalste van ons kattentrio – tot vlek onder het huisje gesprongen en/of geklauwd. Met vier pootjes de stam omklemmend, de nagels als ijspikkers in de boomschors. En daar hing ie dan. Kon nergens bij, niets uitrichten. En na een minuut of wat gaf hij zich over aan de zwaartekracht en plofte in het gras. De kat valt niet ver van de boom, bedacht ik, tikje opgelucht. De kleine pluisjes zijn veilig in het huisje. Geen poes kan er bij of in.

Moeder en vader Mees zijn ook alert. Bij het aanvliegen maken ze eerst een tussenlanding op de hoek van de droogmolen, of op het tuinscherm, en houden een uitvoerige risico-check. Pas als de verkeersleiding toestemming geeft vliegen ze binnen, soepel, perfect manoeuvrerend. Al met al een gezellig gebeuren, leven in de brouwerij, met onze nieuwe buren.

Ben trouwens benieuwd wat de familie Mees van ons vindt. Hoe kijken zij aan tegen die mensenfamilie op nummer 98. Vreemde vogels: vrouwtje, mannetje, kennelijk vier eieren uitgebroed. Waarvan er al twee, of toch bijna drie van de vogels zijn uitgevlogen.

Toch strijken ze nog regelmatig neer op het ouderlijk nest op nummer 98. Logeren in het weekend. Sporten. En uit met de vrienden. Gezond eten. Bijslapen. Nou ja, staan ze om zes uur ’s morgens samen in de tuin, veilig thuis na een ‘avondje’ doorstappen. Slaapdronken en lichtelijk aangeschoten, broederlijk te genieten van de opkomende zon.

Vroege vogels, die vervolgens tot diep in de middag hun nest induiken… Lente of niet…

4.04.2007

Spring? Autumn?


Gouda- 4 april 2007.

Dit is de laatste avond van mijn 53e levensjaar. Dat wil zeggen: over vier uur word ik 53. Weer een jaartje langer geleefd. Weer een jaartje korter te gaan. Het glas is half vol of half leeg, al naar gelang het gemoed. En de vorm van de dag.

En ondertussen draait de wereld door. Gaan de dingen verder. Trekken seizoenen voorbij in hun vuurvaste vierkwartsmaat.

Onlangs is de nieuwe lente uitgebroken. Toevallig net ook een nieuwe zoomlens gekocht en even uitgeprobeerd in het park hierachter. Het Steinse Groen. Mooi park, nog wel.

De lente werd al uitbundig gevierd. Vogelgeluid alom. De frisse lentelucht tintelend in mijn neusgaten. Vrijblijvend inzoomend op een polderiek hekwerk, bespeur ik aan de rand van mijn gezichtsveld – de mentale zoeker, zeg maar – een object dat op en neer stuitert. Intuïtief richt ik de camera op het object en druk in serie af, 3 opnamen per seconden. Pas daarna realiseer ik me wat ik heb geschoten: ik kijk met verbazing naar een rechtstandig op en neer springend schaap. De tekenfilm geluiden zijn bijna hoorbaar: Tjoink, Tjoink. Tjoink.

Een volwassen schaap wel te verstaan, bijzonder. Kijk, dat pasgeboren lammetjes rare bokkensprongen maken…. Maar een volwassen schaap?!

Op het beeldscherm - thuis op de PC - ziet het er tamelijk bizar uit. Gemanipuleerd. Fotoshop werk, dat zou ik zelf zeggen, als ik niet beter wist. Maar dit is real Wild life. Praktisch in de achtertuin.

De opnamen waren trouwens geen van alle echt scherp, te weinig licht. Maar het tafereel is bijzonder , en het beste shot siert sindsdien mijn PC als bureaublad. Elke keer als ik mijn kantoor aan huis opstart, springt het ‘oude’schaap mij jong tegemoet. Blijft leuk.

En je gaat nadenken over zo’n foto. Over de tegenstrijdigheid, beter: de paradox: een oud schaap dat zich gedraagt als een lammetje, een spring in het veld.

Dat het woord Spring in het Engels ook nog eens lente betekent, is tussendoor een makkelijk in te koppen flauwe woordgrap. Wel met fotoshop erin gezet…

Maar het is vooral de metafoor die me raakt; de link naar de seizoenen van mijn eigen bestaan. Lente? Al lang uitgebloeid. Zomer? Op z’n best in de nadagen. Maar de herfst is dichterbij. Kan mooi zijn, da's waar. En dan kun je als ruime 50- plusser laag of hoog springen, maar die dans …ontspring je niet.
Mijn bureaublad is een spiegel. Dat schaap, dat ben ik.

Maar goed, zo lang je nog kunt springen, voel je soms nog een vleugje lente in het hart.

Al met al: een gepaste bespiegeling, zo op de laatste avond van mijn 53e levensjaar.

Over een uurtje word ik 53. Een jaartje langer geleefd. Een jaartje korter te gaan. Het glas half vol en/of half leeg, al naar gelang het gemoed. Al vermoed ik dat ik er vanavond wat dieper in zal kijken. Je moet toch wat?

Proost! En nog vele jaren en/of glazen….

1.12.2007

Beste Wensen !


De beste wensen, de blik vooruit !

Het is voorbij. Oud & Nieuw. De feestdagen zijn tamelijk kalm gepasseerd. De tegenvallende (want uitvallende) Kerstboom lag er op 1 januari al uit.

De reguliere werkdagen bepalen alweer het ritme. Wel zo prettig.

Een in de kerstvakantie grondig opgeruimde werkkamer versterkt het gevoel van een nieuw begin. Een zojuist bezorgde bekeuring kan die stemming niet bederven. Bovendien heb ik er niet gereden, maar de oudste nazaat. Enne, de rijder betaalt, en baalt, begrijpelijkerwijs. Word je hard van.

Af en toe druppen er nog wat wenskaarten binnen. Te laat, of heel erg vroeg natuurlijk. We hangen ze er nog bij aan het droogrek-gewijs gespannen touwwerkje tussen twee uit de muur stekende dragertjes. Zeker 100 kaarten - papier, handgeschreven, voorzien van een kerstzegel - vielen ons ten deel. Wonderlijk eigenlijk, in dit digitale tijdperk, waarin de Ecards toch al redelijk zijn ingeburgerd. Het mailen van een zelfgeknutselde foto is in een vloek en een zucht gebeurd . Toch is het wel invoelbaar: een Ecard hang je niet zo makkelijk aan een koordje, ter versiering in de kamer. En dat is juist één van de charmante functies van de papieren, tastbare kerstkaart.

Ook wij hebben deze oud & nieuw weer 150 zelfgeknutselde en op papier afgedrukte kaarten verstuurd. Ik vind het nog steeds leuk om ‘echte’ post te krijgen. De stapel die op de mat ploft, het geritsel van de over elkaar glijdende enveloppen, de licht gespannen tinteling bij het openmaken: van wie komt deze kaart? Oh, die leeft ook nog? Moeten we snel nog nog even een kaartje terugsturen… Want zo gaat het.


Maar zo langzaamaan zal het toch verschuiven, is het al aan het verschuiven. Want ik kreeg al enkele digitale wenskaarten, in plaats van papier. En zelf heb ik ook een aantal (zakelijke) relaties bedacht met een louter digitale versie. Sterker nog, ik heb twee versies gemaakt: een familie plaatje, voor familie en goede gemeenschappeljike bekenden. En één solo plaatje, een beetje toevalstreffer en wat fotoshop creativiteit, meer voor de zakelijke relaties. Ik wil hem niemand onthouden. Dus bij deze als foto bijgezet.

De boodschap, de metafoor zo men wil, spreekt voor zich. We blikken optimistisch gestemd het nieuwe jaar in, bezien de wereld met een gezonde blik, door een vruchtbare bril.

Kortom, de beste wensen voor 2007. Voor u en al uw oogappels…