4.30.2007

Nieuwe buren, vroege vogels

Het is lente. We hebben nieuwe buren. Sterker nog. Er is een nieuw huis(je) naast onze eigen woning in gebruik genomen. Familie Mees is ingetrokken op Gandhiweg 98A (wij wonen zelf op 98). Nummer 98A, voor de duidelijkheid, is het vogelhuisje dat ik vorig jaar aan de boom heb geschroefd. Een cadeau wegens de aanschaf van een nieuwe keuken. De kwaliteit van het vogelhuisje is goed, in lijn met de kwaliteit van de keuken. Geen klagen dus.

Gandhiweg 98A heeft een jaar leeg gestaan, of beter gehangen. Ondanks het uitnodigende netje met nootjes; dit trok wel af en toe de aandacht van wat langskomende vogels, trekvogels. Maar huren? Ho maar. Tot een paar weken geleden. Op een ochtend ontwaarde ik wat vliegbewegingen, en inderdaad: er is serieus sprake van bewoning. Familie Mees heeft het momenteel bijzonder druk. Moeder en vader vliegen af en aan en brengen snaveltjes vol voedsel naar binnen, er moet een nestje zijn; de eitjes zijn gelukt.

De nestuitbreiding bij de buren is ook ontdekt door onze poezen. Ze tonen al dagen bovenmatige belangstelling voor het vogelhuisje. Ze gingen wat graag op kraamvisite. Ze posten onder aan de boom, kopjes afwachtend omhoog. Instinctief hopen, verwachtend dat de eerste vlieglessen van onze buurmeesjes misschien niet goed gaan, en een mals meesje als een hapklaar brokje uit de lucht komt vallen.

Laatst was de rode kater – de brutaalste van ons kattentrio – tot vlek onder het huisje gesprongen en/of geklauwd. Met vier pootjes de stam omklemmend, de nagels als ijspikkers in de boomschors. En daar hing ie dan. Kon nergens bij, niets uitrichten. En na een minuut of wat gaf hij zich over aan de zwaartekracht en plofte in het gras. De kat valt niet ver van de boom, bedacht ik, tikje opgelucht. De kleine pluisjes zijn veilig in het huisje. Geen poes kan er bij of in.

Moeder en vader Mees zijn ook alert. Bij het aanvliegen maken ze eerst een tussenlanding op de hoek van de droogmolen, of op het tuinscherm, en houden een uitvoerige risico-check. Pas als de verkeersleiding toestemming geeft vliegen ze binnen, soepel, perfect manoeuvrerend. Al met al een gezellig gebeuren, leven in de brouwerij, met onze nieuwe buren.

Ben trouwens benieuwd wat de familie Mees van ons vindt. Hoe kijken zij aan tegen die mensenfamilie op nummer 98. Vreemde vogels: vrouwtje, mannetje, kennelijk vier eieren uitgebroed. Waarvan er al twee, of toch bijna drie van de vogels zijn uitgevlogen.

Toch strijken ze nog regelmatig neer op het ouderlijk nest op nummer 98. Logeren in het weekend. Sporten. En uit met de vrienden. Gezond eten. Bijslapen. Nou ja, staan ze om zes uur ’s morgens samen in de tuin, veilig thuis na een ‘avondje’ doorstappen. Slaapdronken en lichtelijk aangeschoten, broederlijk te genieten van de opkomende zon.

Vroege vogels, die vervolgens tot diep in de middag hun nest induiken… Lente of niet…

4.04.2007

Spring? Autumn?


Gouda- 4 april 2007.

Dit is de laatste avond van mijn 53e levensjaar. Dat wil zeggen: over vier uur word ik 53. Weer een jaartje langer geleefd. Weer een jaartje korter te gaan. Het glas is half vol of half leeg, al naar gelang het gemoed. En de vorm van de dag.

En ondertussen draait de wereld door. Gaan de dingen verder. Trekken seizoenen voorbij in hun vuurvaste vierkwartsmaat.

Onlangs is de nieuwe lente uitgebroken. Toevallig net ook een nieuwe zoomlens gekocht en even uitgeprobeerd in het park hierachter. Het Steinse Groen. Mooi park, nog wel.

De lente werd al uitbundig gevierd. Vogelgeluid alom. De frisse lentelucht tintelend in mijn neusgaten. Vrijblijvend inzoomend op een polderiek hekwerk, bespeur ik aan de rand van mijn gezichtsveld – de mentale zoeker, zeg maar – een object dat op en neer stuitert. Intuïtief richt ik de camera op het object en druk in serie af, 3 opnamen per seconden. Pas daarna realiseer ik me wat ik heb geschoten: ik kijk met verbazing naar een rechtstandig op en neer springend schaap. De tekenfilm geluiden zijn bijna hoorbaar: Tjoink, Tjoink. Tjoink.

Een volwassen schaap wel te verstaan, bijzonder. Kijk, dat pasgeboren lammetjes rare bokkensprongen maken…. Maar een volwassen schaap?!

Op het beeldscherm - thuis op de PC - ziet het er tamelijk bizar uit. Gemanipuleerd. Fotoshop werk, dat zou ik zelf zeggen, als ik niet beter wist. Maar dit is real Wild life. Praktisch in de achtertuin.

De opnamen waren trouwens geen van alle echt scherp, te weinig licht. Maar het tafereel is bijzonder , en het beste shot siert sindsdien mijn PC als bureaublad. Elke keer als ik mijn kantoor aan huis opstart, springt het ‘oude’schaap mij jong tegemoet. Blijft leuk.

En je gaat nadenken over zo’n foto. Over de tegenstrijdigheid, beter: de paradox: een oud schaap dat zich gedraagt als een lammetje, een spring in het veld.

Dat het woord Spring in het Engels ook nog eens lente betekent, is tussendoor een makkelijk in te koppen flauwe woordgrap. Wel met fotoshop erin gezet…

Maar het is vooral de metafoor die me raakt; de link naar de seizoenen van mijn eigen bestaan. Lente? Al lang uitgebloeid. Zomer? Op z’n best in de nadagen. Maar de herfst is dichterbij. Kan mooi zijn, da's waar. En dan kun je als ruime 50- plusser laag of hoog springen, maar die dans …ontspring je niet.
Mijn bureaublad is een spiegel. Dat schaap, dat ben ik.

Maar goed, zo lang je nog kunt springen, voel je soms nog een vleugje lente in het hart.

Al met al: een gepaste bespiegeling, zo op de laatste avond van mijn 53e levensjaar.

Over een uurtje word ik 53. Een jaartje langer geleefd. Een jaartje korter te gaan. Het glas half vol en/of half leeg, al naar gelang het gemoed. Al vermoed ik dat ik er vanavond wat dieper in zal kijken. Je moet toch wat?

Proost! En nog vele jaren en/of glazen….