9.11.2011

Tegeltjes wijsheid


Er is een kunstwerk ontstaan, gewoon bij ons thuis. Het heet: “Nobody is perfect. Maar in een goed huwelijk….”
nobody is perfect...
Het kunstwerk maakt sinds 9/11 deel uit van onze tegelvloer die al bijna 20 jaar onverstoorbaar ligt. Een vloer van superhard gebakken Italiaanse plavuizen. Topkwaliteit, absoluut. In tegenstelling tot de tegelboer waar we ze op de kop tikten, in Rotterdam Zuid. Op het oog een normale zaak, maar met vage praktijken; achteraf zeg ik: halve-oplichters. Ruim twee maanden voor de tegels nodig waren, hadden we ze uitgezocht. We hadden de schappelijke offerte getekend voor levering, inclusief diagonaal leggen. So far, so good. Maar twee dagen voor de leg-datum belt de tegelboer: ‘Een fout in de offerte, de tegels waren twee keer zo duur. Voor de afgesproken prijs ging hij ze zeker niet leveren. Of ik maar akkoord wilde geven, anders ging het feest niet door. Na wat tegengas wilde hij ons wel matsen – het verschil delen, ja ja. We konden voor ons gevoel weinig anders, dus doe maar.

Op de leg-datum kwam een geblindeerd en deukenrijk busje voorrijden. In plaats van twee, meldde zich één tegelaar, met zichtbare tegenzin. Zijn maatje was ziek zwak en katterig, dus hij had de pest in. Dat werd niet beter toen hij onze riante woonkamer bezag, met al die speelse hoeken, schuin lopende muren en - de grootste uitdaging - de vrijstaande pilaar waar de tegelvloer rondom moest sluiten. Bij die aanblik zakte het laatste beetje fut in zijn gympen. “Jezus, dat hebben ze niet verteld, dat ga ik niet redden in een dag.” Hij belde de zaak, maar kreeg geen gehoor. Begon mokkend in een hoek en legde de eerste tegel recht aan de muren. Ik drukte zijn stemming nog verder met de mededeling dat de tegels diagonaal moesten liggen. Ik liet hem de offerte zien. "Jezus!” Je zag de man imploderen, een kernfusie bij kamertemperatuur? Hij zat er niet ver vandaan. Maar ik had het zwart op wit, en na een kan koffie en een pak stroopwafels ging hij aan de slag.

Eerlijk is eerlijk, hij wist van wanten. Werkte snel, kwam de eerste dag een heel eind. “Morgen zijn we wel met z’n tweeën, dan moet het af.” En op dag twee stond het geblindeerde busje al vroeg op de stoep, samen met z’n maatje hield onze tegelaar de vaart er in. Maar niet voordat hij me had gemeld dat aan het eind van de dag contant afgerekend moest worden. Of ik daar wel rekening mee hield? Nee dus. 2000 gulden, of zo iets, had ik niet cash in huis. En hoezo contant? Dat soort bedragen gaan toch per giro? Niet in de tegelbranche dus, begin jaren 90. Weer stonden we voor het blok: en weer zegden we toe, en de tegelaars pakten door.
Aan het eind van de dag kwamen ze echter een paar tegels tekort, bij de voordeur, de entree, niet echt handig. Weer een fout in de offerte, verkeerd opgemeten? Een belletje met de zaak maakte duidelijk dat de extra tegels niet op voorraad waren. Zou zeker vijf weken duren. Maar of ik maar wel nu alvast wilde afrekenen?!
Nee dus. Ik was er klaar mee. En hoewel ik geen held ben tegenover zichtbaar gestreste klusjesmannen uit Rotterdam, gewapend met hamers en tegelsnijders, maakte ik mijn punt.
“Dan duurt het ook vijf weken voor ik betaal. Eerst afmaken. Zeg dat maar tegen je baas.” En zowaar, ze dropen af. Tot over vijf weken dan maar! ’s Avonds nog een telefoontje van de scheldende baas. Ik verbrak halverwege zijn tirade ons innige, maar eenzijdige contact.

De volgende ochtend om half zeven ging de bel. Op de stoep het geblindeerde busje, en de oudste tegelaar met een pak tegels voor de deur! "Ze hadden toch nog wat gevonden, achter in het magazijn". Vage smoes. Hoe dan ook: na een uur had ie de klus geklaard, en 20 jaar later ligt de vloer er prima in. 

En nu dus voorzien van een kunstwerk. Dat zit zo. Bij een kleine verbouwing is onlangs een stuk binnenmuur ingekort, waardoor een strookje kale betonvloer tevoorschijn kwam. Nu hadden we al die jaren een halve resttegel bewaard, en dat bleek net groot genoeg om een passend stukje uit te snijden. Omdat het een harde tegel is, wilde ik dat laten doen door een ervaren vakman. Ook al ben ik zelf ook niet onhandig, ‘Ieder z’n vak’,  Probleem is alleen dat vakmannen altijd vol zitten en voor een enkel passtukje niet warmlopen. “Belt u over vier weken nog eens.”
maar in een goed huwelijk...
En zo kan het gebeuren dat je overmoedig wordt en het toch zelf gaat doen. Gesteund door praktische tips op nternet ging ik aan de slag met een glassnijder en een supergehard tegelboortje. Met als werkstrategie: zoals je op de kleuterschool (nu Groep 1) figuurtjes voorprikt langs een patroon en uitsnijdt uit het karton. Na stevig prutten met de glassnijder en wat voorboorwerk – al kwam ik er niet door – durfde ik het aan om het eerste randje af te tikken. Het resultaat was dat het hele stuk ongecontroleerd doormidden brak, en plan A lag in duigen. Tijd voor plan B: een mozaïekje, van kleine stukjes resttegel om het gat op te vullen.

Tot grote droefenis van mijn eega. Zij vindt het als lelijk, zeg maar mislukt – ik ook, maar dat gaf ik niet toe - en waarom had ik dan toch maar niet gewacht op de vakman. Het is zoals het is, en het gaat zoals het gaat! En zo keuvelden we nog even door. Dat op de televisie intussen het WTC in New York voor de zoveelste keer instort, in het kader van het 10 jarig jubileum, zette ons tegeltjestrauma weliswaar in een heel ander perspectief, maar toch… het schuurt.

Ik stelde voor om het mozaïekje te beschouwen als een kunstwerkje. Als symbool voor relaties, zoals de onze, die best wel een stootje kunnen hebben. Ook al schiet er hier en daar een barstje in, een scheurtje, een krasje… Echte liefde werkt dan als voegmiddel dat de scherven bij elkaar houdt. Een mozaïekje in een bijna perfecte vloer. 
“Nobody is perfect. Maar in een goed huwelijk….”  

Een soort tegeltjeswijsheid. Of het ooit in het stedelijk museum te zien, … denk van niet

Voor de kenners: de foto's betreffen een voorstudie. Er moet nog gevoegd worden.


(Voor een grotere afbeelding even op de foto klikken.)






8.08.2011

Schokkende tijden


Kreeg een sms je van mijn broer&schoonzus op vakantie in de Ardèche: “Er was hier net een aardbeving! 4,5 op de schaal van Richter. De tent schudde, gerommel als onweer. Best raar! Maar geen ongelukken.” Ik weerstond de verleiding een flauwe grap terug te sms-en: “Zeker te veel, te snel en te goedkope wijn gedronken? Of: weet je zeker dat er geen stukje uit je neus stuiterde?” Humor onder broers. Niet gedaan dus. Wel  ‘s morgens even op internet gekeken hoe het nu zat met die aardschok. Geen goedkope wijnkater. Epicentrum lag onder het dorpje Baljac, nooit van gehoord, maar het bestaat. De nachtelijke beving was er het gesprek van de dag. Ook op diverse blogs en tweets schokte de beving nog na.

Ik zag en zie een symboliek met de actuele ‘toestand in de wereld’, om eens de titel van een heel oud radioprogramma aan te halen. Het zijn schokkende tijden waarin we leven. En beven. Die aardbeving symboliseert het acute instortingsgevaar op vele fronten: financieel, economisch, sociaal, politiek, voeding en gezondheid, natuur en milieu, vrede en veiligheid.

Schokkende tijden, waarin zogenaamde wereldleiders het ook niet meer weten, als ze het ooit al wisten. Waarin miljarden worden besteed aan wapens, terrorisme en andere resistente virussen, terwijl een fractie van die over de balk gesmeten budgetten al voldoende is om de bevolking van een uitdrogend werelddeel te voorzien van voedsel, water en fatsoenlijk onderdak.  Wat dus niet gebeurt.
Schokkende tijden waarin wij ons druk maken om woningprijzen, hypotheek, kosten voor gezondheid, energie, en ons recht op een onbekommerde oude dag, terwijl talloze kinderen elders nooit enig dak boven het hoofd hebben, en soms niet eens volwassen zullen worden. Tijden waarin een enkel individu meer kan bezitten dan de rest van zijn landgenoten samen.  Schokkende tijden waarin je zomaar kunt worden beschoten op de snelweg. Waarin het begrip funshoppen in London en andere Engelste steden een grimmige dimensie heeft gekregen.
Het is een slechte rampenfilm, met achter de coulissen de schimmige spelletjes van beleggers, die de scenario’s naar hun hand zetten. Waarin de beurskoersen zo hard op en neer stuiteren dat de schokken te zien zijn op de Schaal van Richter Met schokkendste beeld misschien wel die gewonde jongen, die door omstanders zorgzaam lijkt te worden geholpen, maar intussen graait een van die medemensen zijn rugzak leeg. Deed me denken aan een foute bankier die zich na jaren van wanprestaties, list en bedrog  nog even verzekert van een vette bonus. Zou me ook niets verbazen als de dader kans maakt op een succesvolle loopbaan in de financiële wereld. 

Schokkende tijden, maar..., ik ben niet Roomser dan de Paus - rare uitdrukking trouwens, in een tijd waarin de Rooms Katholieke waarden en normen niet bepaald vlekvrij zijn. Maar dat terzijde. 
Ik speel mee in een spel waarvan ik de spelregels niet doorgrond. Ik pik de krenten uit de pap, waarvan ik het recept niet ken. Ben blij met elke vonk positiviteit, gevoelig voor elke teleurstelling. Soms vallen ze samen. Zoals de brief van mijn pensioenfonds. Een overzicht van wat ik tegemoet kan zien, vanaf mijn 65e op basis van mijn jaren in het onderwijs en, ook ik, bij defensie. Waarbij in het kader van dienstplicht toch ruim een jaar lang mijn land heb verdedigd, met gevaar voor eigen lever, hangend aan de bar van de kazernekroeg.
Een welverdiend pensioen is dan wel het minste.  Na vluchtige lezing dacht ik een bedrag van 247 euro per maand te kunnen incasseren, vanaf mijn 65e tot en met de rest van mijn leven. Geen vetpot, maar beter dan niets.  Bij nadere beschouwing gaat het om 247 euro per jaar. Zeg 20 euro per maand.  Waar maak ik me druk over? Misschien kan ik het afkopen, en de opbrengst storten op Giro 555? Al moet je dan ook maar afwachten of het goed terecht komt. Als het al terecht komt, want het zijn schokkende tijden.


Gelukkig kreeg ik later van de week weer een sms je van mijn broer&schoonzus: dat ze veilig thuis zijn. En het voetbal is ook weer gestart, met het ritueel van bordje op schoot bij studio sport. Dat biedt weer wat houvast in alle turbulentie. Al voel ik me dan een beetje struisvogel…

7.10.2011

Broodje nuchter



klik groter
Het is zover.  De symptomen dienen zich nu toch onontkoombaar aan. Naast de – ach, dat hoort erbij – alledaagse vergeetachtigheid, naast het fenomeen dat je steeds moeilijker – joh, dat heb ik ook wel eens – op een naam kunt komen. Nee, echte symptomen, daar heb ik het nu over.

Dat je dingen doet, die een beetje vreemd zijn. En waarvan je bovendien niet meer  weet dat je het hebt gedaan.  Erger nog, waarvan je niet beseft dat je het doet op het moment zelf. Je staat erbij, je kijkt ernaar, maar ‘ it’s not me’.  Vaag? Lees verder!

Dochter zocht gisteren de boter om haar ontbijtje te smeren. Niet te vinden. Ook moeders ingeroepen hulp bracht geen boter in beeld. Het kuipje – altijd smeerbaar – licht verteerbaar – bleef hardnekkig spoorloos. Met alle stress van dien voor het ochtendhumeur van de dames.

Ik was er niet bij, maar wel schuldig, waarschijnlijk. Ik had immers ’s ochtends vroeg al een boterhammetje gesmeerd, als brandstof voor een dagje parket leggen. Vrijwilligerswerk in familiaire kringen, maar dat terzijde.

Opsporing verzocht: kuipje margarine vermist, laatst gezien op de vaste plek in de koelkast. De speurtocht duurde zeker 10 minuten voor moeders succes had.  Zij vond het kuipje boter in…. onze fraaie houten  broodbox op het aanrecht. 
En al zit er met een beetje goede wil, enige logica in – boter bij de boterhammen – het is voor mij een serieus symptoom van onomkeerbare aftakeling van mijn mentale staat. Want, daar gaat het om,  ik heb werkelijk geen herinnering aan het plaatsen van het boterkuipje in de broodbox.

Het sluit aan bij eerdere bewustzijn storingen. Een paar weken geleden wilde ik de papiercontainer nog even snel bij de stoep zetten.  Maar de container was al weg. Of de partner me was voor geweest? Nee, dat heb je toch zelf gedaan, toen je net terugkwam met de hond? Oh ja?  Ik was het kwijt. Pas toen ik rustig toch naar buiten liep, naar de inderdaad al langs de stoep staande container, en weer terug naar huis, kwam de herinnering. Maar het verstoppen van boter is geheel gewist van mijn hard/harst-disk.

klik groter 
Ik moet er maar niet te lang bij stilstaan. Het valt misschien nog mee. Maar je zoekt toch een verklaring, Misschien is het de BAV-periode die ik mezelf heb opgelegd: Bewust Alcohol Vrij. Alweer een paar weken nu. Broodje nuchter. Waarom? Om het leven eens wat frisser tegemoet te treden. Om te ontdekken of dat inderdaad zo werkt. Alcohol is toch gif. En ja,  ik ben bij vlagen scherper. Maar kennelijk niet altijd. En als je dan tegelijkertijd boterkuipjes gaat verstoppen, zonder dat je het zelf doorhebt? En wie weet wat je daarna nog gaat uitspoken, de kat in de vaatwasser. De iPhone in de Magnetron. De buurvrouw uitlaten. De waterlelies in de sloot maaien. Tja…
Dan kun je misschien beter een wijntje pakken. Ben ik nog niet uit. 

6.23.2011

't gaat om de gamie

Groter? Klik!
Zwanen hebben een hoge huwelijksmoraal. Eenmaal een paar, altijd gepaard.  Nest na nest.  Monogamie in extremo. Rijst de vraag of je als zwaan en/of zwaanin eigenlijk niet enorm suf bent, of juist enorm trouw? Immers, monogamie is duidelijk niet de standaard in de natuur. Het gaat er bij veel diersoorten ongecompliceerd aan toe, direct en soms behoorlijk ruig. Waarbij niet gekeken wordt op een partner meer of minder. Met name de mannekes lusten er wel pap van. Van polygaam rondslingerende apen tot - waar bijvoorbeeld eenden goed in zijn - voortplanting in groepsverband. En wat te denken van de orgies midden op het grindpad waar naaktslakken zich schaamteloos aan overgeven. Ik zal de eerste wandelaar niet zijn die met maatje 42 onbedoeld een spattend einde maakte aan het natte feest. Over personal footprint gesproken.

Groter? Klik!
Hoe dan ook, met liefde heeft het niets te maken. Het is de tirannie der hormonen, of beter: de genen op hun eeuwige missie naar de beste resultaten. Over een achterliggend masterplan is weinig bekend, laat staan dat iemand weet wie de master achter dat plan is. Daar is de laatste oorlog nog niet over gevoerd. Maar ik dwaal af.

Polygamie. De mens kan er ook wat van, we zijn van nature polygaam.  Al heeft de ontwikkeling van geest en beschaving daar de nodige demping in aangebracht: we hebben te maken met bewustzijn en gevoelens - al dan niet aangeleerd - van romantiek, verliefdheid, kinderwensen en verantwoordelijkheid. Zaken die het soms onpraktisch, zo niet ongepast maken om toe te geven aan de primitieve lustimpuls.  Al kan dat van cultuur tot cultuur behoorlijk verschillen. 
Groter? Klik!
Bij de mens kom je het gehele spectrum tegen: van algeheel onthoudende monnik en celibataire non, tot haremhoudende groot-kalief in Walt Disney decors.  En alles er tussen in.  Wie wat waar praktiseert, hangt af van cultuur, traditie, religie, het weer, de mode, vraag en aanbod, en – niet onbelangrijk – de vermeende gelegenheid.

Waar sta ik in dit sociaal-biologische spectrum? Dat vraag ik me af op de ochtend van mijn 36e trouwdag. Het begrip trouw is in ons geval nog tamelijk onbevlekt, behoudens soms een knullige knipoog, of een verrassende buurvrouwdroom. Maar als we wakker zijn hebben mijn partner en ik een zwanenrelatie, al 36 jaar getrouwd, al 40 jaar een paar.  Monogaam, bij mijn weten. Een wetenschap die schuurt met het besef dat de mens, als gezegd, niet monogaam is. Dus zeurt die andere vraag, of trouw stiekem niet synoniem is voor suf of zelfs ‘laf’? Te laf om de spreekwoordelijke eikel achterna te lopen, met hier en daar een buitje van twijfel aan mijn man-zijn.
Ben ik dan geheel ongevoelig voor de zwaaninnen die ik in de vijvers en sloten van mijn bestaan tegen het fraaie lijf zwem? Dacht van niet. Mijn waardering is groot.  Of biologisch verantwoord geformuleerd: mijn genen reageren vrij naturel op de nabijheid van potentiële afzetkansen. Dus…
Groter? Klik!

‘Maar tussen droom en daad staan wetten in de weg, 

en praktische bezwaren, 
en weemoed, die des ’s avonds komt, 
en niemand kan verklaren.’  

Schreef de dichter Elsschot al, in een gedicht dat niet toevallig ‘Het Huwelijk’ heet. En hoe toevallig is het eigenlijk, dat uitgerekend vandaag een bruidspaar langs ons huis wandelt, na een ongetwijfeld fraaie fotoshoot in ‘ons’ park, het Steinse Groen. Ik wens ze veel geluk, en dat zal in elk geval 3,5 jaar zal duren, want volgens de statistieken is de prik er dan wel vanaf. Uitzonderingen daargelaten, en die bevestigen de regel.

Polygamie? Bigamie? Homogamie? Monogamie? Sologamie? 
Het gaat uiteindelijk om de gamie

En wat rest, op z’n best, op de zondagmiddag in het zorgcentrum, is een potje origami.

Best knap als je dan nog een zwaan kunt vouwen.
-----------------------------------------------------------

6.06.2011

Spreid en Sluit

aan alle kanten voorbij gezommen
Sinds kort heb ik een pasje voor De Loete in Haastrecht. Prachtig gelegen openluchtbad, pal aan het riviertje De Vlist, midden in de polder. Het water is licht gechloord, maar niet hinderlijk. Ik had wat mazzel met de aanschaf van het pasje, ze rekenden het tarief voor een 60 plusser. Terwijl ik toch regelmatig te horen krijg dat ik er nog zo strak uit zie voor mijn ware leeftijd. Zoals Maik de Boer me vorig jaar nog verzekerde, tussen twee modeshows door. Maar dat terzijde. Mogelijk heeft  mijn look in een jaar tijd toch wat antieke kreukels gekregen. Dat geldt in elk geval voor het interieur van mijn knieën, waardoor ik minder fanatiek kan trimlopen. En om dat te compenseren zwem ik nu een keer per week. Het is niet echt mijn ding - ik neem altijd een stukje zwembad mee in m’n oren - maar goed, ik doe het voor de fysieke conditie.


Groeten uit de Loete
Maar of het goed is voor mijn mentale status is de vraag.  Zwemmen op zich is wel lekker, maar dan moeten ze me niet aan alle kanten voorbij zwemmen. Ze? Dat zijn de poldervrouwen. Zij laten zich ’s morgens tussen 0800 en 1000 uur te water, meestal omzichtig via het trapje. En ik wens u een behouden vaart, ben ik dan geneigd te roepen. Gekleed in badsetjes die het station modieus al lang gepasseerd  zijn, maar waar ze wel verduveld snel in zwemmen. Niet allemaal, maar kom op zeg, elke vrouw die een man voorbij zwemt, is een krasje op zijn zelfbeeld. (Erkend wedstrijdzwemsters buiten beschouwing gelaten.)

Ik dacht eerst nog dat ik m’n techniek na al die zwemloze jaren weer boven water moest krijgen. Spreid en sluit, spreid en sluit. Ik hoor nog altijd de echo van de badmeester in zwembad de Mauritskade in Den Haag, tijdens het schoolzwemmen.
Maar nee hoor, ik kan spreiden en sluiten wat ik wil, het gaat niet sneller. Ook vanmorgen niet. Het was gezellig druk,  en ik zwom min of meer gelijk op met twee poldervrouwen, nou ja, gelijk op? Even dan, want zij haalden veel meer rendement uit hun gespreid en gesluit. Zelfs als ik extra aanzet, glijdt aan mijn linkerflank een poldervrouw door het water, met de souplesse van een vakantievierende bultrug in de Noordzee.

Snelle poldervrouwen
Volgens mij pakken zij de winst vooral bij het sluiten van hun dijen. Van die stevige, tanige en jarenlang door wind en weer fietsende, en boodschappen zeulende, dus zeer getrainde dijen. En kinderen baren, natuurlijk. Dat is het vooral; het persen tijdens de weeën, het langdurig ritmisch aanspannen van de hamstrings, het is niets minder dan hoogwaardige krachttraining. En dan lig je als man al snel op achterstand.  En zo pieker ik wat af al baantjes trekkend. Af en toe rakelings een tegemoet komende bultrug passerend.
Niet dat zij zich bewust zijn van mijn competitie-gevoel. Integendeel, ze bewegen ontspannen met groot gemak door het water, soms met z’n tweeën optrekkend, al zwemmend de laatste roddels uitwisselend.Mij achteloos passerend.

En gelijk hebben ze, want  wat zouden zij zich ook aantrekken van zo’n gefrustreerde spermatozoïde met een 60 plus kaart?  Nog een paar beurten, dan heb ik het pasje eruit. En het gaat gelukkig steeds beter met m’n knie.

--------

Je kunt de foto's vergroten met de muis...

5.19.2011

P L A N K I N G

Of we hier het nieuwe Woord van het jaar hebben – het is bovendien Engels – dat weet ik niet.
Wel dat het de laatste week ineens op de golven van het nieuws komt boven surfen.
Planking ! 
De oplettende volger heeft het al voorbij zien komen: in kranten, op tv, zoals het item bij DWDD. Daarin zien we de onbetaalbare Jakhalzen het planking zelf in praktijk brengen.

Planking, voor de duideljikheid, is de actie waarbij mensen zomaar ergens gaan liggen, alsof ze een stijve plank zijn. En dan snel een fotootje laten maken, op een site plaatsen en weer wegwezen. Reuze lol!
En dan snel op naar de volgende locatie, de toevallige omstanders in gapende verbazing achterlatend.

Bijzonderheid: planking doe je bij voorkeur op heel opvallende locaties en uitdagende spots, en publiek.
Op straat, op de stoeprand, in het voetpad van bus of trein, of nog beter, op een aantal stoelleuningen,
balancerend op een balustrade, op het bordes van Soestdijk, of de tweede kamer, in lift die voor nietsvermoedende wachtende opengaat, op spoor 7 bij centraal station Utrecht,op de neus van een Amerikaanse slee, op het dak van de Arce de Triomf, op de buddyseat van een scooter, en, ook al gezien, op elkaar. (Jakhalzen) Of op een toevallig binnenwaaiend kamermeisje in je duur betaalde hotelsuite. Al sla je daar uiteindelijk de plank flink mis.
 
Planking, kortom, is een rage, en zal allicht wel weer snel voorbij racen. Al ben ik bang dat niet elke plankier het zal kunnen navertellen.De eerste dode is al gevallen, in Australië, iemand dacht even te kunnen planken in de dakgoot, op 6 meter hoogte. Nu ligt ie tussen 6 planken.Niet zonder gevaar dus, dat planking. Maar dat trekt allicht juist weer meer avonturiers en durfals.

Er zit trouwens wel een parodie-achtig Tv format in. Moet je wel een aantal BN-ers zover krijgen om een rondje te gaan planken. Onder leiding van Ton Planken, bijvoorbeeld. Dan gaat het erom welke BN-er de origineelste uitvoering verzint en /of een planking opdracht het langste volhoudt.

Titel, je voelt hem al aankomen, is: Planking The Stars.

Rest de vraag, hoe origineel is planking eigenlijk. Waar komt het vandaan? Bijgaande foto is een aanwijzing dat planking is uitgevonden, en nog steeds wordt gepraktiseerd, door daklozen. Dan is deze rage ook goed op te vatten als een sociale aanklacht. Als nu al die planking heroes er meteen eens een inzamelingsactie aan vastknopen?

Al zie ik het me zelf niet zo snel doen. Plankenkoorts....

.............

4.24.2011

Laat ons maar schuiven?


Het kan niemand meer ontgaan. Er waart een fenomeen door ons land, een beweging, een gebaar. Het schuif gebaar. Alsof we een licht lopende schuifdeur opzij duwen. Het gaat bijna vanzelf, zo lijkt het voor de neutrale toeschouwer. Met een soepele beweging vanuit de pols plaatsen we de vingers ontspannen op ‘de deur’ en zwaaien deze als het ware opzij.
Trouwens, zwaaien? Beter is aaien, of vegen; ja, dat is het: een aaiende veeg-beweging.
Maar voor het gemak houden we het op schuiven. Steeds meer mensen doen het! Ook u waarschijnlijk.

Ik heb het natuurlijk over het gebruik van onze smart Phone, de iPad of elk willekeurig concurrerend ander tablet. Met de vingertoppen lichtjes op het scherm van het apparaat, schuiven we van pagina naar pagina, van beeld naar beeld, van menu tot menu, van enzovoort tot et cetera. 

We houden even stil als we op iets interessant stuiten, maar hebben we genoeg gezien, dan vegen we het oude plaatje weg en een nieuw beeld tevoorschijn, net zo makkelijk, in één gebaar. Laat ons maar schuiven. En we schuiven ook steeds meer in het openbaar. Kijk maar eens even omhoog van je Phone of Pad en zie de echte wereld om je heen. Bijna iedereen is bezig met een schuif apparaat.  In de trein, in de kroeg, in de studiezaal; en ook thuis in het gezin zit iedereen gezellig in de woonkamer te schuiven. Digitaal sjoelen, mag ik even aanschuiven?
Je zou er een filmpje van moeten maken, ritmisch monteren met klassieke walsmuziek. Op elke derde tel van de driekwartmaat zie je iemand een veeg uitdelen.  Een Twee Schuif, Een Twee Veeg, Een Twee Schuif… Lijkt me hilarisch. Opbouwen van klein - een enkele persoon, normaal gebruik - tot en met een vol stadion waar het publiek strak gedirigeerd aan het schuiven is, inclusief de wave. Laat ons maar schuiven.

De techniek gaat verder. Hoe lang zou het nog duren, voor de volgende situatie realiteit is? Stel, je zit in de trein, je OV is verlopen, en de controleur staat voor je neus. Er dreigt een forse boete. Maar als de bon wordt uitgeschreven, veeg je het hele beeld gewoon opzij: weg conducteur, weg boete. Of je dan nog steeds in de trein zit, weet ik niet, maar dat is weer een andere technische uitdaging. Selectief schuiven, denk ik.

Handig toch, zo'n toepassing?! In de file? Schuif ‘m opzij! Jehova getuige aan de deur? Geef ‘m een veeg! Iemand anders op jouw parkeerplaats? Schuif ‘m zoek! Je Ex/die blijft zeuren? ZZoeeff, met een strakke veeg is het stil.  
Nog mooier zou het zijn als we een betere wereld bij elkaar kunnen schuiven; alle dictaturen, criminaliteit, milieuvervuiling, maatschappelijke/sociale misstanden, vegen we aan  tot we het perfecte plaatje hebben, zonder armoe, honger en geweld.  Zo zetten we de werkelijkheid letterlijk naar onze hand.

Keep on dreaming, zegt u? Graag, want zonder dromen, kom je nergens.  Dus ik zeg: laat ons maar schuiven. Wel een waarschuwing, schuif met mate, want anders loopt u een verhoogd rsi-risico, en zit je voor je het weet met een schuif-pols.

4.20.2011

Ervaringen rijker


Bart met kompaan Hugo (HBA)
Was afgelopen maanden betrokken bij een hectisch project vanuit mijn vaste betrekking bij Keijzer Communicatie.  Toerde wekenlang samen met een prima kompaan van het HBA door het land met ‘dat leuke busje’ ter verkondiging van de blijde boodschap. Namelijk dat ambachten onmisbaar zijn, dat het vaderland vakmensen hard nodig heeft! En dat je als jongere dus slim bent als je kiest voor ‘het ambacht’.

The King and I
Het busje bracht ons naar vmbo scholen in Hoogeveen, Klazinaveen, Middelharnis, Leidschendam, Eindhoven, Tilburg, Brielle en meer. De bustour was de aanloop naar De Week van het Ambacht. Die speelde van 8 t/m 15 april met regionale events in het hele land, wij hopten met een bonte karavaan van locatie naar locatie met tientallen mensen die passievol hun ambacht promoten. Lange dagen: om zes uur opstaan, half zeven het busje in, maar eerst de accuklem aansluiten (want die moest er voor de nacht af, om te voorkomen dat de stroom zou weglekken). Dan 1 a 2 uur pruttelen over ’s herenwegen, zonder radio, en direct contact met de buitenlucht. Maar je wordt wel gezien!.  

Reaching for the sun
Lange dagen als gezegd, die vlogen voorbij, met quizjes presenteren, foto’s maken, interviewtjes, en’s avonds een pers/webverslag maken en foto’s selecteren; 11 uur per dag, makkelijk. Vermoeiend maar zeer de moeite, leuk, met prima resultaten: in 6 dagen tijd bijna 10.000 bezoekers, heel veel persaandacht, incluis primetime televisie en radio. De boodschap, van de onmisbare ambachten begint door te dringen. De hoogste tijd.

Zo’n project houdt je fit en scherp. Ontmoet inspirerende mensen, en loopt tegen bijzondere zaken aan, persoonlijke uitdagingen. Zoals, in Hoogeveen, het vasthouden van een Konings Python, jonkie weliswaar, krap 1,5 meter, maar al krachtig. En in Den Haag overwond ik mijn hoogtevrees door in een glazenwassersbakje te stappen, en dan met zo’n telescoop arm omhoog, 25 meter, een fantastisch uitzicht op ‘Ooh Oh Den Haag, mooie stad achter de Duinen’, en op ooghoogte de nieuwe naam van het Kyocera stadion (ADO, dus).
Held in't bakkie

Ook een aparte ervaring was het rijden op een SegWay. Best wennen, het vraagt een stukje coördinatie en evenwichtskunst, maar dan ga je soepel. Al werd ik wat overmoedig, en kon ik net vermijden dat ik frontaal op een container zou knallen. Trouwens, was de uitvinder van dit mobiel vernuft er zelf niet mee dodelijk verongelukt? I did it SegWay.

I did it Seg Way
Wat ik ook leerde is ‘twitteren’. Als BarthoC strooide ik dagelijks tal van tweets rond over de belevenissen tijdens de bustour en de Week. Ik vrees dat ik verslaafd ben. De Week is voorbij, maar ik tweet dagelijks.  Heeft wel wat. Een bijzondere ervaring is dat ik via Twitter weer contact heb met de reclameman die mij bijna 30 jaar geleden de kans gaf in het communicatievak. Als copywriter, nog met papier en pen, ambachtelijk dus. Maar al snel kocht ik een elektrische typemachine.  En daarna leende ik 12000 gulden voor mijn eerste PC met printer en software, en een 11 inch ambergroen scherm. Inmiddels ben ik zeker 10 PC’s verder, en vlak voor de Week van het Ambacht kocht ik mijn eerste iMac. Werkt prettiger voor film en fotowerk, maar ook tekstschrijven gaat prima. Dit is mijn eerste iBlog.

3.26.2011

Sentimental Journey


ons torentje..

Het is ons torentje niet meer. De romantiek is er vanaf. Maar wat hadden we ook verwacht, na bijna 40 jaar? Het is bijzonder dat het er nog staat. Onze geheime ontmoetingsplaats, waar we uren vaag verliefd rondhingen, waar we onze eerste fysieke verkenningen uitvoerden. Ons torentje, met een onduidelijke functie, een stalen deur die nooit openging, antenne op de top, als solitaire uitkijkpost. Eenzaam op een duintop, daar waar het duingebied tussen Scheveningen en Katwijk begint.
Die duintop is nog steeds van twee kanten te benaderen, eenmaal boven kun je rondom het torentje lopen. Het is eigenlijk een vierkant gebouwtje. Speelse locatie waar verliefden verstoppertje kunnen spelen, om zich makkelijk te laten vinden.

Zuidwaarts heb je vanaf het duin uitzicht op Scheveningen dorp, de kustlijn, het Kurhaus, de hotels en appartementen langs de boulevard en, fier in zee, de Pier die al tientallen jaren pootje baadt. Westwaarts strekt de Noordzee zich uit tot de horizon, met verre tankers en vrachtschepen als speelgoedbootjes in een badkuip. Noordwaarts buigt de kustlijn licht links richting Katwijk, dat bij helder weer goed zichtbaar is. Het oostwaartse uitzicht, land in, is rechts geflankeerd door de skyline van Den Haag, vanaf daar naar links de eindeloze duinkammen. Afgewisseld door reflecterend zonlicht van de duinwaterbekkens van het waterwingebied voor Den Haag en omstreken. In de voorgrond de plomp ogende watertoren, als wachter en blikvanger. 

Dat ons torentje destijds ook uitzicht bood op een huwelijk van meer dan 35 jaar, daar hadden we geen benul van. Daar was het onze hormonen ook helemaal niet om te doen. Wel om de vier kinderen die het opleverde.  

glazen tafelblad bij Simonis aan zee
De eerste echte lentedag, in 2011. Een mooie dag voor een sentimental journey. Niet gepland, des te leuker. Het idee borrelde op in de trein, onderweg naar kantoor. Ik besloot de middag vrij-af te nemen; ik had nog een aantal extra compensatie dagen. Bovendien viel er, juist door dat extra gewerk, ook in de thuissituatie wat te compenseren.
‘Jij bent altijd weg. Zelfs als je thuis bent, zie ik je niet. Je zit de hele avond boven!’
Dat klopt, verwijt of niet. Ik heb m'n thuiskantoor verkast naar zolder. Meer ruimte, nu de laatste nazaat het nest verlaten heeft. Mijn verhuizing is niet bepaald een medicijn tegen een ontluikend empty nest syndroom.
' Zo bedoel ik het niet.' zegt zij 's morgens, dunnetjes zwaaiend, als ik wegfiets.
'Maar je hebt wel een punt.'  Denk ik, ongemakkelijk op mijn zadel schuivend.
Vanaf kantoor stuur ik sms-jes en emails: 'Visje eten op Scheveningen?'
Geen reactie, pas als ik op punt sta in onzekerheid te vertrekken, sms-t zij terug. 'Leuk!’
Gelukkig, we zijn nog on 'speaking terms'.

thee/koffie Wassenaarse Slag
Mooi weer om te fietsen, bedenk ik in de trein terug. Fiets huren, door de duinen, onze oude route, naar de Wassenaarse slag.
'Huren?' vraagt zij, 'We kunnen toch onze eigen fietsen op de drager doen?'
En zo parkeren we een uur later op de Pompstationsweg, bijna voor de deur van haar voormalig ouderlijk huis, een van de gevangenisbewaarders woningen.
Een mooi begin van onze sentimentele trip. Het fietsen door de duinen is heerlijk, brengt veel herinneringen boven. Sommige bomen en bankjes staan er nog onveranderd bij, alsof we er gisteren langskwamen. 'En zat dat konijn toen ook niet op die bult?' 
‘Bij de volgende bocht hebben we volgens mij nog eens een middag in een duinpan liggen foezelen.'
'Ja, en dat vond jij maar niks, die buitensport.'

Weet je nog oudje?
 
Met uitzicht op vroeger...

We drinken koffie/thee bij hotel Duinoord, de Wassenaarse Slag, en fietsen dan, wind in de rug, terug naar Scheveningen. Visje eten bij Simonis aan zee, de strandtent, net open voor dit nieuwe seizoen. Maar eerst even langs ons torentje. Na 25 kilometer fietsen, is dat nog een pittig afsluitend colletje, de oprit van het Zwarte Pad. Tegen een frisse wind in klimmen we de duintop op, en ronden het torentje.  

Maar het is ons torentje niet meer. De antieke plantsoen bankjes zijn ingeruild voor betonnen zitelementen; de in de rode bakstenen gekraste namen, en dronken liefdesverklaringen hebben plaats gemaakt voor artistiek verantwoorde graffiti, met een vermoeden van gemeentelijke subsidie, linkse hobby.

En onze jeugd? Die is uitgebot en doorgeschoten tot middelbare status, nog net geen opa  en oma, maar wat scheelt het...

(*) foto's (iPhone) zijn te vergroten met een muisklik

3.02.2011

Busje van de zaak

klik groter
"Wat staat er een leuk busje voor je deur. Waar is dat voor?" Die vraag is me de laatste tijd al vaker gesteld. Vanochtend was het weer raak. Tijdens het uitlaten van de hond.  Handig, zo'n hond, kom je nog eens buiten, zie je nog eens iemand. En ze zien jou ook. Niet alleen in het park, want ze weten ook waar je woont, en wat er voor je deur staat. Dat leuke busje dus.

Eerlijk is eerlijk, het is ook een leuk busje. Het is zelfs een mieters leuk busje! Echte oldtimer, direct uit de jaren '70. Inderdaad, Volkswagen, voor de typen-freaks: dit is uit  de serie T2a Personenbus. Voor mij het oermodel busje, dat ik als jongetje van 10 jaar al zo fantastisch vond.  Waarschijnlijk ook omdat een stoere aangetrouwde achter-oom (of neef) erin reed. En nu, bijna 40 jaar later, staat zo'n zelfde busje voor de deur.
Dit exemplaar komt uit Duitsland. Uit een klein, gemütlich dorpje, waar hij is gebruikt als hulp- en dienstenvoertuig van het lokale brandweerkorps. Dat zie je aan de originele details op het dak: het zwaailicht, de tweetonige sirene. En alles functioneert nog. Maar, helaas, we mogen die zaken niet gebruiken. Wel rijden, geen sirene!
klik groter

Waarom staat dat leuke busje voor mijn deur? Wel, het is een busje van de zaak; het communicatiebureau waar ik werk. We gebruiken het busje voor de promotie van ambachtelijke beroepen en opleidingen. We rijden langs scholen om leerlingen te vertellen dat je een goede toekomst kunt hebben, als je een ambachtelijke richting kiest. Dan hebben we het niet alleen over de bekende ambachten, zoals bakker, slager, monteur, stukadoor of kapper. Maar ook over specialismen als orthopedisch schoenmaker, opticien, tandtechnicus of edelsmid.

Er zijn tientallen mooie ambachten, waarin nieuwe vakmensen nodig zijn, ook omdat oudere generaties met pensioen gaan. Er dreigen zelfs tekorten. En dat is niet handig, omdat veel  ambachten onmisbaar zijn voor de samenleving. Hoe het leven er uitziet zonder ambachten, is indrukwekkend te zien op You Tube: http://www.youtube.com/watch?v=oniqKg4VXdI

In de ambachtseconomie, zoals we het tegenwoordig ook wel noemen, kun je dus een goede boterham verdienen. (Er komt een tijd dat een goede loodgieter meer verdient meer dan een huisarts?) Maar geld is niet het enige dat telt. Het gaat er ook om plezier in je werk. En dat zit zeker goed in het ambacht: uit diverse onderzoeken blijkt dat mensen die met hun handen werken, veel voldoening ervaren. Omdat je echt iets maakt, omdat je iets kunt betekenen voor mensen. 

Kortom, de boodschap is dat juist ook in deze kennismaatschappij veel mogelijkheden zijn voor een ambachtelijke loopbaan.(Waarbij een goede opleiding, en een vakdiploma, natuurlijk belangrijk is en blijft.) Hoe dan ook: het ambacht biedt fraaie kansen.  Die boodschap brengen we rond met dat leuke busje. Compleet met een quiz, een prijsvraag, filmopnames en gratis talentscout hoedjes.En dan is er, als grote finale, ook nog de Week van het Ambacht, begin april.
klik groter
Het is dus een campagne met toeters en bellen, al is het jammer dat we die sirene niet mogen gebruiken.  Maar ik mag wel rijden in dat deksels leuke busje.

Het jongetje in mij is best blij.

Meer ambachteninfo: www.weekvanhetambacht.nl 

2.20.2011

Try Out (maar niet oud)

Try Out  (maar niet oud)

Een impuls aankoop, twee kaartjes voor een try out van Freek de Jonge. In Bodegraven, multi-culti-centrum Het Evertshuis. Nooit eerder geweest. Het oude (school?)gebouw biedt onderdak aan o.a. een bibliotheek, een galerie, hobby-lokalen, een theaterzaal en een studio van/voor de lokale omroep. Die studio bevindt zich kennelijk pal boven het podium, bleek tijdens Freek’s inleesvoorstelling. Geen overlast, wel hoorbaar, en door Freek snedig opgelost met de opmerking. “Of men het omroepen in Bodegraven letterlijk beoefent, dus zo hard roepen dat heel Bodegraven het hoort.”

Het Freek-gezind publiek kon het waarderen. Ouder publiek – ja, ik ook - meegegroeid met de cabaretier die zijn AOW gerechtigde leeftijd ruim overschreden heeft. De 70 staat hem nader dan de 60. Al meer dan 42 jaar op de planken. En nog volop met de tijd mee, blijkt in Bodegraven. Freek komt op met een iPad onder de arm, en scrolt gedurende de voorstelling eigentijds door zijn verhalen, gedichten en oneliners.

Inspiratie
Freek… Begin jaren ’70, zag ik hem voor de eerste keer ‘live’, dat was in Carré, met de theatershow Quo Vadis (Scania Vabis). Waarmee hij samen met Bram Vermeulen als de Neerlands Hoop Express door Nederland daverde.

Mijn kennismaking met Neerlands Hoop was de LP Plankenkoorts, die knaloranje hoes. Die heb ik samen met vrienden grauw gedraaid, waarbij de groeven zo diep insleten, dat we de A en B kant tegelijkertijd  hoorden. Maakte niet uit, we kenden het repertoire uit ons hoofd. ‘Dubbel en Dwars met liedjes in hun mars’  Ook de dubbel lp Qua Vadis heb ik as-grijs gedraaid.
  
Neerlands Hoop - Freek en Bram - was de inspiratiebron voor het schoolcabaret op de Populier, waar ik als gitarist, liedjesschrijver deel van uitmaakte. Met veelbelovende groepsnamen als Cabaret Stapelbed, en later Kontrast.
Freek zag ik ook nog live in zijn eerste jaren zonder Bram, met  De Komiek, en De Mars. Alweer vernieuwend. Geen losse nummertjes maar doorlopende verrassend verweven verhaallijnen.  

Kruithuis & Leids Festival
Wat betreft de inspiratie, voorbeeldfunctie van Neerlands Hoop zweefde ik altijd tussen, ‘dat wil ik ook, maar kan ik nooit’. En ‘Ja maar, dat moet ik toch ook een beetje kunnen?’  Maar ik liet mijn mogelijke artistieke loopbaan op z’n beloop.
Zag intussen (de) Youp voorbijkomen, ook van mijn bouwjaar, die het gewoon wel deed. Ook live gezien in zijn begintijd, in Het Kruithuis, de kleine zaal van de Groningse Stadsschouwburg. Zijn eerste programma, LP Romantiek met Mayonaise. Heb de gelijknamige LP in de Ramsj op de kop getikt, voor 2 gulden 50. 

In datzelfde Kruithuis zette ik – in teamverband - mijn eerste schreden op het glibberige pad van serieus cabaret. Latent Talent heette de Groep. Met vier medestudenten Nederlands. Traditioneel cabaret, oordeelde kleinkunst recensent Jacques d’Ancona, - dé Jacques, inderdaad. 

Hij noemde ons ‘traditioneel, maar wel het leukste cabaret dat hij in tijden had gezien.’ Aldus zijn positieve beoordeling. “Yes. We zijn ontdekt!" dacht vooral ik. Zeker toen we niet lang daarna de finale behaalden van het Leids Cabaret festival, en die ook wonnen – de publieksprijs – jawel. Toen wist vooral ik het zeker: Dit is mijn roeping. Ik kan het ook.’
Opnieuw bevestigd door de positieve kranten/pers reacties; Jacques d’Ancona, ruimde zelfs een plekje voor ons in op de voorpagina van Het Nieuwsblad van het Noorden.  (Ik had nog een kopietje.) Andere recensenten hadden het over: ‘Het nieuwe Don Quishocking, De Yvo de Wijs van de jaren ’80.’ En dat soort mooie aanprijzingen. ’t Kon minder, zeggen ze dan in Groningen.’
 
Cameretten
Maar de doorbraak bleef uit, net als de toegezegde begeleiding en promotie vanuit de festival organisatie. Behalve een opname en optreden voor de VARA radio (VARA’s Popkrant).
Op verzoek van de Leidse organisatie sloegen we uitnodiging af van het veel bekendere Cameretten Festival om ook daar deel te nemen, in Delft, een paar maanden later. Argument van de Leidse organisatie: ons festival mag niet gezien worden als voorselectie voor Cameretten. Leek mij een plausibel argument, hoe verleidelijk het ook was, om via Cameretten meteen door te stoten tot de eredivisie. Maar wij verklaarden ons loyaal.

Die loyaliteit werd niet beloond, sterker nog. Toen we een paar maanden later bij Cameretten uiteraard wel gingen kijken, liepen we daar de organisatie van het Leidse Festival tegen het lijf. Ter begroeting stelde men de verbijsterende vraag: “Waarom doen jullie niet mee?!”
Nou ja?!

Dat hakte er stevig in! En het is ook nooit meer goed gekomen. Ik had dit natuurlijk moeten onderkennen als een leermoment: Trek je eigen plan. Volg je gevoel. Zoals ik regelmatig tegen anderen zeg, zoals mijn kinderen. Maar ja, als het jezelf betreft…

Overigens is het gevoel van rancune wel gesleten. En in de geschiedenis boekjes/annalen van het Leids Festival staat Latent Talent vermeld als de winnaars van editie 1979.
Bovendien kwamen er meer kansen en heb ik op Cameretten mooie momenten beleefd. Waaronder optredens als trio Harst & Keizer, met de gevleugelde Jenny (4e plaats) en als duo Harst & Hesselink. (Tweede in 1986). De stap naar solo sneuvelde in te grote ambities en te hoge bloeddruk. Ach ja.

Intussen  begint deze blog naar memoires te ruiken. Misschien is het tijd, maar dan als apart project. Aparte site of zo.  Stukje bij brokje. Met dit als eerste stukje. De volgende brokjes gana dan over Harst & Keizer, en Harst & Hesselink.

Intussen, in 2011. Een theaterzaal in Bodegraven. Freek nog steeds goed bezig. De Neven heet zijn programma. Aanbevolen, nu al.
En als ik hem, ruime 60-er zo zie, kriebelt het bij mij ook nog wel een beetje. 
Misschien iets kleins?Ik ben tenslotte 10 jaar jonger...

1.16.2011

Afzuigrokers


Een nieuw jaar, een nieuwe blog en: een nieuw begrip. Nu is januari een beetje vroeg om meteen al een ‘woord van het jaar 2011’ aan te wijzen, maar een kandidaat is het wel. En niet alleen omdat het zo lekker bekt: afzuigroker, meervoud: afzuigrokers.

Afzuigroker kwam me aanwaaien, bijna letterlijk, tijdens het verjaardagspartijtje van de buurman. Als het gaat om tabaksconsumptie heeft deze bijzondere sympathieke buurtgenoot een historie als fervent allesbrander. Hij zal in zijn eentje toch al gauw een forse plantage hebben verstookt in de vorm halfzware shag, sigaretten, sigaren e.d.
Tegenwoordig houdt hij het op kleine sigaartjes, in een poging om minder te roken, maar intussen ligt het tempo op het niveau van de stevige shagroker. Less is more, zeg ik maar.

Ook een bewijs hoe verslavend dat roken is. Om de omgeving niet te veel te laten meeroken, heeft hij zich aangewend om of buitenshuis te roken, even de tuin in, of onder de afzuiger in de keuken. Zo ook tijdens zijn verjaardagsfeestje, waar hij met regelmaat een sigaartje consumeert, met het bovenlichaam licht gebogen over het fornuis, om de sigarenrook binnen het afzuigbereik te brengen. Niet dat het comfortabel roken is, maar het werkt uitstekend, want de rook verdwijnt zichtbaar enthousiast en volledig het afzuigkanaal in. En zie ik daar geen waarschuwend gemeen lachend doodshoofdje in de rookpluim, of is het verbeelding?

Ook andere tabaksgebonden gasten op de party melden zich op het ritme van hun nicotine afhankelijkheid voor een shot bij de afzuigkap. En al sta ik op nog geen meter afstand, ik ruik geen sigaar, noch sigaret, kortom, ik rook dus niet mee. Iedereen blij.

En terwijl ik de rook zo de kap in zie kringelen, kringelt in mijn brein spontaan dat nieuwe woord op: afzuigroker(s). Voor mijn gevoel Van Dale waardig, het klopt ook als werkwoord: afzuigroken. En zelfstandig naamwoord: afzuigrook. Kortom, een herkenbaar begrip voor rokers en niet-rokers. Maar vreemd genoeg, nog niet bestaand als woord. Ik heb gezocht via Google, het woord bestaat/bestond vreemd genoeg nog niet.
Wat je wel vindt, is afzuigkoker. Maar dat is weer een heel ander verhaal. 

Was het nieuwe jaar trouwens niet een aanleiding om te stoppen met roken?
Goed voornemen!