10.25.2009

Herfst hinderlaag - Plastic Hero

‘Pang!’ Daar schiet een paddenstoel, uit de grond. Sluw opgesteld achter een vermolmde boomstronk in de berm langs het bospad waarover ik dapper mijn zondagochtend trimloopje doe. (Om de zaterdagavond eruit te zweten.) Pang! Tweede schot, andere paddenstoel, knalrood en vanuit mijn ooghoek zie ik twee witte stippen op me af komen. Maar getraind laat ik me linksom uit de vuurlijn vallen, rol soepel door, dekking zoekend in de berm. Scheelde weinig, pff!
Dan zie ik dat mijn rechtervoet tegen een witte bermbom-boleet leunt, waardoor het ontstekingsmechanisme half is ontgrendeld. Als ik nu mijn voet van de witte bol afhaal, of ook maar even hik, volgt onherroepelijk een explosie. Shit!

Daar lig ik dan: een herfsthinderlaag van moeder natuur. Het flitst door me heen: dit is natuurlijk het startschot van haar opstand tegen de mens, die er een klimatologisch potje van maakt. De natuur slaat terug! (Nature strikes back! – alvast de titel voor de Hollywood verfilming; ik denk dat Pixar studio’s hier een fraaie productie van kan maken. Waar Al Gore nog een puntje aan kan sabbelen.)
De Natuur slaat Terug! De mens zal ervan lusten. En ik zal de geschiedenis ingaan als de eerste herfstmartelaar…

…Zo ijl ik nog even verder, terwijl de realiteit langzaam tot me doordringt. Situatie: ik struikelde over een overgroeiende wortel. Even niet opgelet, afgeleid door een paar fraaie paddestoelen, jazeker, die er gister nog niet stonden. Uit de grond geschoten, dacht ik nog, net voor ik onderuit ging. Linksom weggerold in de berm, dat wel. Twee witte boleten kijken me op ooghoogte aan, als oogbollen zonder pupil. De knalrode paddenstoel met witte stippen komt zo uit de oude schoolboekjes. De vraag is niet, óf, maar waar die kabouter is…
`
Ik schud mijn hersens op hun plek en krabbel overeind. Ik pak mijn trimloop weer op. Maar deze zondag zal niet meer hetzelfde zijn. Toevallig gestruikeld of niet, de boodschap was al bekend, maar staat weer op mijn netvlies. We maken er inderdaad een zootje van. Op macroniveau - industrie, vliegen, autorijden, voedselproductie, duizend soorten shampoo e.d. - en op huis- tuin- en keukenniveau – overconsumptie. Ook ik. Ik weet het al even, maar het dringt pas echt door als het tastbaar is. Zoals de net gestarte aparte inzameling van plastic in onze gemeente. Alle huishoudens kregen een stapel speciale – plastic !- zakken in de bus, met het verzoek om daar het plastic afval in te doen.
Natuurlijk doe we mee. Dat drukt je met de neus op de feiten. In één week is de zak vol! Te gek voor woorden. Moet ineens denken aan die ‘plastic soep’ van vele vierkante kilometers omvang die ergens in de oceaan schijnt rond te zweven, een drijvende milieubom.
De zak is vol? De maat is vol! Blijkt ook uit de bijlage van de weekendkrant over de klimaattop in Kopenhagen. Willen we nog iets redden, dan moet iedereen meedoen: minder vlees, minder olie, minder vliegen, minder van A tot Z. Klinkt als een mission impossible, dus waarschijnlijk wordt die soep niet zo heet gegeten, als hij wordt opgediend. Al zou dat wel beter zijn. Te beginnen met je eigen plastic. Doe het, dan ben je een held, belooft de zak zelf: Plastic Hero! Tja,wie wil dat nu niet worden? Vast verzonnen door een duurzaam communicatiebureau, onder het genot van vele (plastic) bekertjes koffie…
p.s.
In Gouda hebben we al jaren enkele bijzondere Private Plastic Heroes: QiQi(roepnaam KieKie)het hondennichtje van onze Noah. Qiqi - op de foto (met dank aan Irma)- is gespecialiseerd in het inzamelen en verwerken van plastic flesjes. Dat zit in de familie, want tante Noah kan er ook wat van.
Helden zijn het, die Leonbergers.

10.16.2009

De Stoel, De Kist & De Wieg


Met een goed idee voor een televisie programma kun je leuk scoren. En als je zelf geen goed idee kunt bedenken, dan laat je je gewoon inspireren door bestaande succesprogramma’s. Onder het motto’ beter goed gejat dan slecht of niet verzonnen.’
Zou zo maar kunnen dat daar op zich al een programma-idee in schuilt, of zoals ze het zelf noemen in medialand: Programma-format.

‘Beter goed Gejat’ zal als format niet moeilijk te vullen zijn. Zeker niet als je het breder trekt dan tv-formats; want ook producten, tijdschriften, kledingstukken, spelcomputers e.d. zijn dankbare objecten voor potentieel leentjebuur. Maar goed, eerst tv formats dus.

Als ik in de redactie zou zitten van ‘Beter goed Gejat’ zou ik in de eerste uitzending ruim aandacht besteden aan De Kist. Dat is een programma van de EO, waarin de presentator met een lijkkist op het dak van zijn auto zijn gewillige ‘slachtoffers’ bezoekt. Dat wil zeggen: mensen met wie hij in de inspirerende aanwezigheid van die maffe grafkist – mafkist? - in gesprek gaat over hun aanstaande dood, hoe ze aankijken tegen hun eigen uitvaart. Dat en passant ook heel wat tegeltjeswijsheden over ‘het’ leven voorbijkomen, is onvermijdelijk. En als God & Geloof dan ook nog even aanschuiven weet de EO zich helemaal gezegend.

Toegegeven, het maakt de dood als hardnekkig taboe weer iets bespreekbaarder. Maar, ook toegegeven, het idee lijkt wel heel erg het zusjes of broertje van … De Stoel. Het populaire programma van de NCRV, waarin de presentator met een stoel op het dak door het land rijdt (reed) om zijn gewillige ‘slachtoffers’ te bezoeken. Om te praten over hun leven en dingen die hen bezig houden. Leuk idee, soms leuke gesprekken, en dus inspirerend tot navolging. Zo werken die dingen.

Het is nu wachten op de volgende variant in de categorie ‘Zet een Meubel op je autodak’. En het mag wat mij betreft dan wel een beetje pikanter, ondeugender. Bijvoorbeeld ‘Het Bed’. Waarin de presentator op het dak van zijn auto een groot ledikant heeft – voor EO is dat natuurlijk een HemelBed. En het thema is: ‘Met wie zou jij graag eens een keer naar bed willen?’
Of iets vruchtbaarder, ‘De Wieg’ dus een wieg op het dak, met als vraag: ‘Met wie zou jij een kindje willen maken?’ Natuurlijk is er een competitie-element en het publiek mag in een soort finale bepalen, welke van de pak’m beet tien kandidaten zijn/haar babywens het meest overtuigend motiveert en die wens dus mag invullen. En is live uit te zenden uiteraard.

Het concept kan nog breder, in principe kun je elk Object op het Dak van een auto monteren. Bij ons in Gouda rijdt sinds jaar en dag een bestelauto rond van de plaatselijke banketbakker, met op het dak een megagrote Moorkop. Kan zo het programma in met de vraag: “Wie zou jij wel eens een taart in het gezicht willen smijten’ (VARA) Of zet een groot gebit op het dak: ‘Aan wie zou je tanden wel eens willen laten zien?’ (VPRO) Of een grote hondenbolus op het dak.” Wie zou wel eens een poepie willen laten ruiken. “(SBS 6)

Actueel idee: een groot spaarvarken op het dak, met het logo van de DSB. Met als insteek: ‘met wie heeft u een varkentje te wassen?'” Enzovoort. U kunt er zelf intussen ook wel een paar bedenken.
En mocht u tot uitvoering komen, denkt u even aan de bronvermelding? En zeker toch aan de auteursrechten? Bedankt!

10.02.2009

Mond vol tanden


“Ik maak een sneetje in uw tandvlees, zodat ik bij het kaakbot kan, ik schrap eventueel nog wat weg om ruimte te maken. Dan boor ik van de zijkant naar de wortel en zal ik het wortelkanaal inkorten en schoonmaken. Als dat gebeurd is, leg ik een vullinkje, een beetje cement, om het kanaal goed af te sluiten en daarna hecht ik de boel weer dicht.”

Een eitje, zo te horen. De kaakchirurg wist wat hij moest doen; zijn stem klonk resoluut, hij verwachtte geen tegenspraak. Er viel ook weinig tegen te spreken, want ik lag intussen gestrekt op de behandelstoel, mijn lichaam voor het grootste gedeelte afgedekt met een groen operatielaken. Alleen ter hoogte van mijn mond en neus was een rond gat uitgespaard, ik kon nog net onder de rand doorkijken. Niet dat dit zin had, want de operatielamp stond oogverblindend fel. En daar ging het mes er in…

De scene had een hoog ER gehalte. Al was dit geen noodgeval, maar een ingreep op afspraak. De regelmatig terugkerende ‘pijn –en/of drukgevoelens in mijn rechterbovenkaak speelden al een tijdje. Omdat de ‘wortel’ van het euvel onder de brug zit/zat , kon de tandarts er niet bij, en moest de kaakchirurg uitkomst brengen. Eitje dus, wat hem betreft. Inderdaad had de vakman er maar 20 minuutjes voor nodig. Al voelt de ene minuut altijd langer dan de andere...

Het vervelendste was trouwens niet het snijden, niet het boren, en ook niet het cement storten en glad polijsten. Nee, echt lastig was de 2e prik. De 1e injectie is de voorverdoving, die ken ik wel. Maar de 2e spuit, als uppercut, die zag ik niet op die manier aankomen. “Deze is een beetje vervelend”, zei de kaakchirurg, en tegelijkertijd joeg hij de naald tot achter mijn huig. ‘Jautz! En ik proefde zelfs pijn, voor even, een smerig bittere smaak stierf weg op mijn gedrogeerde papillen.’ Die was raak!Ik herkende de voortekenen van een wegtrekkertje, en ik wilde in een reflex rechtop gaan zitten, maar dat vond de vakman geen goed idee. Sterker nog; hij liet de stoel juist verder achterwaarts hellen: mijn hoofd kam lager dan m’n knieën hoger. Goede ingreep, want het wegtrekkertje trok zelf weg. Tijd voor het echte werk, en in een geoefend een-tweetje met de ervaren OK assistente, klaarde kaakmans de klus.

Eer ik het wist stond ik aan de balie van de ziekenhuisapotheek te wachten op de een antibotiticakuur, met een folder over ‘nazorg bij kaakoperaties’in mijn achterzak. Volpraktische tips. Een zwelling kan optreden, dat is na 2 á 3 dagen wel weer weg. En over eten: de eerste 2 dagen rustig aan, en zeker geen zuivelproducten. Gepureerd voedsel is allicht handig, tipt de folder. Op de terugweg meteen een potje Olvarit gekocht.
Om de kans op zwelling te beperken is het zinvol om de eerste paar uur de verbouwde kaak te koelen met een ‘ice-pack’, kwartiertje op, 5 minuten af. Makkelijker gezegd dan gekoeld, zeker als je niet op de bank wilt gaan liggen, en waarom zou ik?
Het ging best zo. Na een kwartiertje gepionier met een geïmproviseerde ice-pack - ijs in een boterhamzakje - geef ik het op, ik gok er op dat het genoeg is om het zwellen binnen de perken te houden.
Ik hou het verder maar op een rantsoen van paracetamol en mijn kuurtje. En straks een boterham, zonder korstjes. En even flitst het door me heen, dit is een kijkje in de toekomst. Alvast een beetje oefenen voor later, in het verzorgingshuis. Levend op soft food. Al dan niet met een mond vol (eigen?) tanden…