6.23.2011

't gaat om de gamie

Groter? Klik!
Zwanen hebben een hoge huwelijksmoraal. Eenmaal een paar, altijd gepaard.  Nest na nest.  Monogamie in extremo. Rijst de vraag of je als zwaan en/of zwaanin eigenlijk niet enorm suf bent, of juist enorm trouw? Immers, monogamie is duidelijk niet de standaard in de natuur. Het gaat er bij veel diersoorten ongecompliceerd aan toe, direct en soms behoorlijk ruig. Waarbij niet gekeken wordt op een partner meer of minder. Met name de mannekes lusten er wel pap van. Van polygaam rondslingerende apen tot - waar bijvoorbeeld eenden goed in zijn - voortplanting in groepsverband. En wat te denken van de orgies midden op het grindpad waar naaktslakken zich schaamteloos aan overgeven. Ik zal de eerste wandelaar niet zijn die met maatje 42 onbedoeld een spattend einde maakte aan het natte feest. Over personal footprint gesproken.

Groter? Klik!
Hoe dan ook, met liefde heeft het niets te maken. Het is de tirannie der hormonen, of beter: de genen op hun eeuwige missie naar de beste resultaten. Over een achterliggend masterplan is weinig bekend, laat staan dat iemand weet wie de master achter dat plan is. Daar is de laatste oorlog nog niet over gevoerd. Maar ik dwaal af.

Polygamie. De mens kan er ook wat van, we zijn van nature polygaam.  Al heeft de ontwikkeling van geest en beschaving daar de nodige demping in aangebracht: we hebben te maken met bewustzijn en gevoelens - al dan niet aangeleerd - van romantiek, verliefdheid, kinderwensen en verantwoordelijkheid. Zaken die het soms onpraktisch, zo niet ongepast maken om toe te geven aan de primitieve lustimpuls.  Al kan dat van cultuur tot cultuur behoorlijk verschillen. 
Groter? Klik!
Bij de mens kom je het gehele spectrum tegen: van algeheel onthoudende monnik en celibataire non, tot haremhoudende groot-kalief in Walt Disney decors.  En alles er tussen in.  Wie wat waar praktiseert, hangt af van cultuur, traditie, religie, het weer, de mode, vraag en aanbod, en – niet onbelangrijk – de vermeende gelegenheid.

Waar sta ik in dit sociaal-biologische spectrum? Dat vraag ik me af op de ochtend van mijn 36e trouwdag. Het begrip trouw is in ons geval nog tamelijk onbevlekt, behoudens soms een knullige knipoog, of een verrassende buurvrouwdroom. Maar als we wakker zijn hebben mijn partner en ik een zwanenrelatie, al 36 jaar getrouwd, al 40 jaar een paar.  Monogaam, bij mijn weten. Een wetenschap die schuurt met het besef dat de mens, als gezegd, niet monogaam is. Dus zeurt die andere vraag, of trouw stiekem niet synoniem is voor suf of zelfs ‘laf’? Te laf om de spreekwoordelijke eikel achterna te lopen, met hier en daar een buitje van twijfel aan mijn man-zijn.
Ben ik dan geheel ongevoelig voor de zwaaninnen die ik in de vijvers en sloten van mijn bestaan tegen het fraaie lijf zwem? Dacht van niet. Mijn waardering is groot.  Of biologisch verantwoord geformuleerd: mijn genen reageren vrij naturel op de nabijheid van potentiële afzetkansen. Dus…
Groter? Klik!

‘Maar tussen droom en daad staan wetten in de weg, 

en praktische bezwaren, 
en weemoed, die des ’s avonds komt, 
en niemand kan verklaren.’  

Schreef de dichter Elsschot al, in een gedicht dat niet toevallig ‘Het Huwelijk’ heet. En hoe toevallig is het eigenlijk, dat uitgerekend vandaag een bruidspaar langs ons huis wandelt, na een ongetwijfeld fraaie fotoshoot in ‘ons’ park, het Steinse Groen. Ik wens ze veel geluk, en dat zal in elk geval 3,5 jaar zal duren, want volgens de statistieken is de prik er dan wel vanaf. Uitzonderingen daargelaten, en die bevestigen de regel.

Polygamie? Bigamie? Homogamie? Monogamie? Sologamie? 
Het gaat uiteindelijk om de gamie

En wat rest, op z’n best, op de zondagmiddag in het zorgcentrum, is een potje origami.

Best knap als je dan nog een zwaan kunt vouwen.
-----------------------------------------------------------

6.06.2011

Spreid en Sluit

aan alle kanten voorbij gezommen
Sinds kort heb ik een pasje voor De Loete in Haastrecht. Prachtig gelegen openluchtbad, pal aan het riviertje De Vlist, midden in de polder. Het water is licht gechloord, maar niet hinderlijk. Ik had wat mazzel met de aanschaf van het pasje, ze rekenden het tarief voor een 60 plusser. Terwijl ik toch regelmatig te horen krijg dat ik er nog zo strak uit zie voor mijn ware leeftijd. Zoals Maik de Boer me vorig jaar nog verzekerde, tussen twee modeshows door. Maar dat terzijde. Mogelijk heeft  mijn look in een jaar tijd toch wat antieke kreukels gekregen. Dat geldt in elk geval voor het interieur van mijn knieën, waardoor ik minder fanatiek kan trimlopen. En om dat te compenseren zwem ik nu een keer per week. Het is niet echt mijn ding - ik neem altijd een stukje zwembad mee in m’n oren - maar goed, ik doe het voor de fysieke conditie.


Groeten uit de Loete
Maar of het goed is voor mijn mentale status is de vraag.  Zwemmen op zich is wel lekker, maar dan moeten ze me niet aan alle kanten voorbij zwemmen. Ze? Dat zijn de poldervrouwen. Zij laten zich ’s morgens tussen 0800 en 1000 uur te water, meestal omzichtig via het trapje. En ik wens u een behouden vaart, ben ik dan geneigd te roepen. Gekleed in badsetjes die het station modieus al lang gepasseerd  zijn, maar waar ze wel verduveld snel in zwemmen. Niet allemaal, maar kom op zeg, elke vrouw die een man voorbij zwemt, is een krasje op zijn zelfbeeld. (Erkend wedstrijdzwemsters buiten beschouwing gelaten.)

Ik dacht eerst nog dat ik m’n techniek na al die zwemloze jaren weer boven water moest krijgen. Spreid en sluit, spreid en sluit. Ik hoor nog altijd de echo van de badmeester in zwembad de Mauritskade in Den Haag, tijdens het schoolzwemmen.
Maar nee hoor, ik kan spreiden en sluiten wat ik wil, het gaat niet sneller. Ook vanmorgen niet. Het was gezellig druk,  en ik zwom min of meer gelijk op met twee poldervrouwen, nou ja, gelijk op? Even dan, want zij haalden veel meer rendement uit hun gespreid en gesluit. Zelfs als ik extra aanzet, glijdt aan mijn linkerflank een poldervrouw door het water, met de souplesse van een vakantievierende bultrug in de Noordzee.

Snelle poldervrouwen
Volgens mij pakken zij de winst vooral bij het sluiten van hun dijen. Van die stevige, tanige en jarenlang door wind en weer fietsende, en boodschappen zeulende, dus zeer getrainde dijen. En kinderen baren, natuurlijk. Dat is het vooral; het persen tijdens de weeën, het langdurig ritmisch aanspannen van de hamstrings, het is niets minder dan hoogwaardige krachttraining. En dan lig je als man al snel op achterstand.  En zo pieker ik wat af al baantjes trekkend. Af en toe rakelings een tegemoet komende bultrug passerend.
Niet dat zij zich bewust zijn van mijn competitie-gevoel. Integendeel, ze bewegen ontspannen met groot gemak door het water, soms met z’n tweeën optrekkend, al zwemmend de laatste roddels uitwisselend.Mij achteloos passerend.

En gelijk hebben ze, want  wat zouden zij zich ook aantrekken van zo’n gefrustreerde spermatozoïde met een 60 plus kaart?  Nog een paar beurten, dan heb ik het pasje eruit. En het gaat gelukkig steeds beter met m’n knie.

--------

Je kunt de foto's vergroten met de muis...