1.25.2009
De Botervloot Depressie (1960)
Iedereen heeft wel eens gehoord over de grote depressie van de jaren’30, begin vorige eeuw. Die periode staat weer in de belangstelling, nu de geschiedenis zich herhaalt; ook vandaag is er een forse dip, die de geschiedenis zeker zal halen.
Maar soms is een depressie zo klein en zo lokaal dat het iedereen ontgaat. Terwijl de impact voor de direct betrokkenen verwoestend kan zijn. Zoals de Botervloot Depressie, die niemand kent, maar ik heb het aan den lijve meegemaakt. De Botervloot Depressie was kort en hevig, en speelde begin jaren ’60, in de Maaswijkstraat te Scheveningen, in het huis waar ik opgroeide.
De micro-economie van ons gezin – Vader, Moeder, drie bloedjes van kinderen – draaide grotendeels op de arbeidsinzet van Vader. Dat leverde hem wekelijks een loonzakje op. Een echt zakje, formaat ansichtkaart, van knisperend bruin papier. Daarin het loonbriefje met gewerkte uren en het bedrag dat de baas er voor over had, nauwkeurig afgeteld, geen cent teveel. Het gaat over bedragen in de grootte van 67 gulden en 24 cent, daaromtrent.
Bij thuiskomst droeg Vader het loonzakje meteen over aan Moeder. Zij bewaarde het op een vaste plaats in de servieskast, verstopt in een tweedelige porseleinen botervloot, met deksel. Die botervloot maakte deel uit van een vrolijk huwelijksservies met bloemetjesdessin, jaren ’50. Met het loonzakje kon Moeder krap een week huishouden financieren. Dat was dan inclusief kortlopende schulden bij de middenstand in onze straat, zoals de Slager op de hoek en de Sierkan (melk, kaas e.d.) aan de overkant. Naarmate de week vorderde, moesten we de boodschapjes vaker laten opschrijven. De week duurde meestal langer dan het loonzakje.
Als kind had je geen benul van hun sappelend bestaan, dat is een compliment voor mijn ouders. Maar Moeder moet vaak smachtend hebben uitgekeken naar het nieuwe loonzakje. Kon ze de nijpendste schulden voldoen en vol goede moed proberen om de nieuwe week nog beter op de kleintjes te letten. Zo balanceerde onze micro-economie wankelend voort. Maar op een dag, eind jaren ’60, gebeurde het.
Na een verjaardagspartijtje thuis – met veel vriendjes over de vloer, want gezellig was het wel – wilde Moeder nog even een boodschapje doen. Zij wilde het verse loonzakje aanbreken. Als gezegd: ik had geen besef van het gesappel. Maar de reactie van Moeder, toen, deed me vrezen dat het einde der tijden nabij was. Asgrauw, lijkwit, pimpelpaars en volkomen overstuur staarde zij vol afgrijzen naar de botervloot in haar handen: Paniek! Stop de persen. Sluit de deuren! Bewaak de grenzen! ‘Waar is het loonzakje !!?’ Weg, zoek, verdwenen…. Uren verstreken. Vader en Moeder zochten honderd keer de hele servieskast door, het hele huis, kelder, klerenkast, toilet. Maar het loonzakje bleef weg. Net als hun de nachtrust waarschijnlijk..
De volgende ochtend kwam Oma op de koffie en trof haar dochter in een failliete stemming. Oma hoorde het verhaal aan, leefde mee, bood hulp, geld lenen? al had ze zelf nauwelijks iets te makken. Maar ze begreep niet hoe zoiets kon. ‘Waar lag het dan? In die mooie botervloot?’ Ze stond voor de servieskast alsof ze het gebied positief wilde instralen. ‘Deze?’ ze pakte de gebloemde botervloot. ‘Heb je echt goed gekeken?’ Ze tilde het deksel op, maar zag slechts de bodem van onze schatkist. Terwijl ze de botervloot weer wilde afdekken, stokte haar beweging, haar blik gefixeerd op het deksel dat nu omgekeerd in haar hand lag. ‘Kijk eens!’, zei ze, eerst zachtjes, verbaasd. ‘Kijk nou eens!!’ En nu brak in haar stem de zon door! Moeder keek vermoeid op van haar lauwe koffie, die niet wilde smaken. Ze volgde oma’s blik, en verstarde toen in een uitdrukking vol ongeloof. In de binnenkant van het deksel geklemd, lachte vaders loonzakje haar toe. Het wat stugge papier had zich kennelijk vastgezet in de holte van het porselein.
En zo – door even rustig te kijken - loste Oma de Botervloot Depressie van de jaren ’60 op. Het bleef onopgemerkt, een Nobel-prijs zat er nooit in. Maar een mooi verhaal is het wel, achteraf.
Onlangs, ruim 40 jaar later, kwam de bewuste botervloot weer tevoorschijn uit een vergeten hoekje, altijd meeverhuisd. En dat bracht ook het verhaal van het verdwenen loonzakje weer terug, en de korte maar heftige Botervloot Depressie.
Ik moest ineens denken aan al die bankdirecteuren, beursgoeroes, termijn speculanten en andere graaigrage loonzakken. Misschien moesten die nog eens een keer goed rondneuzen in hun failliete boedel. Allicht vinden ze nog een vergeten botervloot met verrassende inhoud. Maar: boter zal het niet zijn, want dat hebben ze al die jaren met royale hand op hun hoofd gesmeerd.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten