De nestuitbreiding bij de buren is ook ontdekt door onze poezen. Ze tonen al dagen bovenmatige belangstelling voor het vogelhuisje. Ze gingen wat graag op kraamvisite. Ze posten onder aan de boom, kopjes afwachtend omhoog. Instinctief hopen, verwachtend dat de eerste vlieglessen van onze buurmeesjes misschien niet goed gaan, en een mals meesje als een hapklaar brokje uit de lucht komt vallen.
Laatst was de rode kater – de brutaalste van ons kattentrio – tot vlek onder het huisje gesprongen en/of geklauwd. Met vier pootjes de stam omklemmend, de nagels als ijspikkers in de boomschors. En daar hing ie dan. Kon nergens bij, niets uitrichten. En na een minuut of wat gaf hij zich over aan de zwaartekracht en plofte in het gras. De kat valt niet ver van de boom, bedacht ik, tikje opgelucht. De kleine pluisjes zijn veilig in het huisje. Geen poes kan er bij of in.
Moeder en vader Mees zijn ook alert. Bij het aanvliegen maken ze eerst een tussenlanding op de hoek van de droogmolen, of op het tuinscherm, en houden een uitvoerige risico-check. Pas als de verkeersleiding toestemming geeft vliegen ze binnen, soepel, perfect manoeuvrerend. Al met al een gezellig gebeuren, leven in de brouwerij, met onze nieuwe buren.
Ben trouwens benieuwd wat de familie Mees van ons vindt. Hoe kijken zij aan tegen die mensenfamilie op nummer 98. Vreemde vogels: vrouwtje, mannetje, kennelijk vier eieren uitgebroed. Waarvan er al twee, of toch bijna drie van de vogels zijn uitgevlogen.
Vroege vogels, die vervolgens tot diep in de middag hun nest induiken… Lente of niet…