10.02.2009
Mond vol tanden
“Ik maak een sneetje in uw tandvlees, zodat ik bij het kaakbot kan, ik schrap eventueel nog wat weg om ruimte te maken. Dan boor ik van de zijkant naar de wortel en zal ik het wortelkanaal inkorten en schoonmaken. Als dat gebeurd is, leg ik een vullinkje, een beetje cement, om het kanaal goed af te sluiten en daarna hecht ik de boel weer dicht.”
Een eitje, zo te horen. De kaakchirurg wist wat hij moest doen; zijn stem klonk resoluut, hij verwachtte geen tegenspraak. Er viel ook weinig tegen te spreken, want ik lag intussen gestrekt op de behandelstoel, mijn lichaam voor het grootste gedeelte afgedekt met een groen operatielaken. Alleen ter hoogte van mijn mond en neus was een rond gat uitgespaard, ik kon nog net onder de rand doorkijken. Niet dat dit zin had, want de operatielamp stond oogverblindend fel. En daar ging het mes er in…
De scene had een hoog ER gehalte. Al was dit geen noodgeval, maar een ingreep op afspraak. De regelmatig terugkerende ‘pijn –en/of drukgevoelens in mijn rechterbovenkaak speelden al een tijdje. Omdat de ‘wortel’ van het euvel onder de brug zit/zat , kon de tandarts er niet bij, en moest de kaakchirurg uitkomst brengen. Eitje dus, wat hem betreft. Inderdaad had de vakman er maar 20 minuutjes voor nodig. Al voelt de ene minuut altijd langer dan de andere...
Het vervelendste was trouwens niet het snijden, niet het boren, en ook niet het cement storten en glad polijsten. Nee, echt lastig was de 2e prik. De 1e injectie is de voorverdoving, die ken ik wel. Maar de 2e spuit, als uppercut, die zag ik niet op die manier aankomen. “Deze is een beetje vervelend”, zei de kaakchirurg, en tegelijkertijd joeg hij de naald tot achter mijn huig. ‘Jautz! En ik proefde zelfs pijn, voor even, een smerig bittere smaak stierf weg op mijn gedrogeerde papillen.’ Die was raak!Ik herkende de voortekenen van een wegtrekkertje, en ik wilde in een reflex rechtop gaan zitten, maar dat vond de vakman geen goed idee. Sterker nog; hij liet de stoel juist verder achterwaarts hellen: mijn hoofd kam lager dan m’n knieën hoger. Goede ingreep, want het wegtrekkertje trok zelf weg. Tijd voor het echte werk, en in een geoefend een-tweetje met de ervaren OK assistente, klaarde kaakmans de klus.
Eer ik het wist stond ik aan de balie van de ziekenhuisapotheek te wachten op de een antibotiticakuur, met een folder over ‘nazorg bij kaakoperaties’in mijn achterzak. Volpraktische tips. Een zwelling kan optreden, dat is na 2 á 3 dagen wel weer weg. En over eten: de eerste 2 dagen rustig aan, en zeker geen zuivelproducten. Gepureerd voedsel is allicht handig, tipt de folder. Op de terugweg meteen een potje Olvarit gekocht.
Om de kans op zwelling te beperken is het zinvol om de eerste paar uur de verbouwde kaak te koelen met een ‘ice-pack’, kwartiertje op, 5 minuten af. Makkelijker gezegd dan gekoeld, zeker als je niet op de bank wilt gaan liggen, en waarom zou ik?
Het ging best zo. Na een kwartiertje gepionier met een geïmproviseerde ice-pack - ijs in een boterhamzakje - geef ik het op, ik gok er op dat het genoeg is om het zwellen binnen de perken te houden.
Ik hou het verder maar op een rantsoen van paracetamol en mijn kuurtje. En straks een boterham, zonder korstjes. En even flitst het door me heen, dit is een kijkje in de toekomst. Alvast een beetje oefenen voor later, in het verzorgingshuis. Levend op soft food. Al dan niet met een mond vol (eigen?) tanden…
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten