6.30.2009

Tienen

Tienen. Je doet het met z’n vieren. Of met z’n vijven, dat kan ook. Tienen is een voetbal-behendigheidsspelletje. Wat je nodig hebt is een bal, in elk geval één doeltje en een klein speelveldje. Van die Cruyff-achtige veldjes die je in jonge nieuwbouwwijken tegenkomt: 20 bij 40 meter gravel, hek erom, twee doeltjes – liefst van duurzaam, hufterproef materiaal - en de jeugd kan zich uitleven.

Nou ja, jeugd, ook als 55-plusser tien ik regelmatig. Dat doen we dan meestal met z’n vieren, soms met z’n vijven. Waarbij de andere tien-teamgenoten allemaal nog (ruim) onder de dertig zijn. Niet zomaar een tien-team: ik doe het samen met mijn drie zoons - S, J en E - en de vanaf de basisschool meegegroeide huisvriend D. Zij zorgen ervoor dat ik me één tot anderhalf uur een stuk jonger voel en gedraag dan mijn ware leeftijd. We doen het al jaren en met plezier.

Maar, hoe gaat het tienen nu in z’n werk? Het is het de bedoeling om elkaar de bal toe te spelen, zonder dat deze de grond raakt, gezamenlijk hooghouden en dan afronden op het doel. Dus  de bal niet eerst op de grond komen als je op het doel schiet of kopt; want je koppie gebruiken, dat mag ook.

Het doel wordt verdedigd door een tijdelijke keeper, die willekeurig is aangewezen. Iedereen die mee-tient, moet bij toerbeurt keepen. Je beurt wordt bepaald door het resultaat van je doelpoging: als je naast schiet, of over, of zodanig dat de keeper de bal kan vangen, moet jij gaan keepen. En de ex-keeper gaat weer in het veld als speler. En zo rouleert het al naar gelang het succes van de doelpogingen.

Maar goed: tienen, waar slaat die naam eigenlijk op? Niet omdat je het met z’n vieren, soms met z’n vijven doet, dat is duidelijk. Het zit als volgt: iedere deelnemer start met tien punten, dat is de officiële regel. Die punten kun je verliezen, namelijk als je keept. Elke keer dat je een doelpunt doorlaat, gaat er een punt af. En als je nul punten hebt, ben je uitgeschakeld, sta je buitenspel. Wie het langst in het spel blijft. is de kampioen! Die regels dwingen je om én goed te keepen, én goed te scoren.
Wij vinden het ook zonder aftellen leuk om te tienen. Niet minder fanatiek. Zo doen wij het al jaren: zo goed mogelijk proberen te keepen en zo mooi mogelijk proberen te scoren, met fraaie combinaties en acrobatische acties, waarbij je wel eens boven je macht grijpt en genadeloos op je gat glijdt. Maar dat hoort erbij. En de sportieve lol is er niet minder om.

Sterker nog: eenmaal aan het tienen, ben ik bevrijd van het continue zeurende besef dat ik als 55 plusser al jaren serieus aan het aftellen ben. Je begint bij je geboorte met een (onbekend) aantal dagen, en elke dag is er een die er af gaat.
Of zal ik zeggen: weer eentje die ik erbij kan tellen.Positiever.

En zolang ik nog wekelijks de vaardigheid kan bijhouden om welke ballen dan ook hoog te houden, hoop ik nog heel wat dagen en jaren erbij te kunnen scoren! En reken maar dat het voluit genieten is als je zoons vragen, ‘Pa, kom je buiten spelen!?’ (Dat het ook leuk is om met je dochter hard te lopen, daarover een andere keer...:) )

Wie ons tien-team in actie wil zien, kan terecht op http://www.youtube.com/watch?v=CLbPcKnfjG0&feature=channel

Geen opmerkingen: