4.07.2006

God langs de deur



Vrijdagmorgen, 13 minuten over 9. De bel gaat. Ik doe open. God staat voor de deur.

Hij stelt zich voor als Jacob van Hiemst en zegt dat hij graag eens met mij wil praten. Over de dingen in de wereld. En daar wil hij graag de bijbel in betrekken. Hij zegt het met een blikvangende glimlach die een langdurig verblijf in de eeuwigheid doet vermoeden. De glimlach van Mona Lisa is daarmee vergeleken een zielig zenuwtrekje.


Jacob van Hiemst? Niks Jacob. Dit is God. In alle bescheidenheid. Schoudertas, verzorgd kapsel. Multifocale bril. Onmiskenbaar 50 plus. En kennelijk alle tijd van de wereld, maar ja, als God heb je zo je mogelijkheden.

Mijn hond is ondertussen ook aan de deur gekomen, waaks nieuwsgierig als altijd, maar in plaats van aan te slaan, kwispelt zij positief gestemd de vreemdeling tegemoet. Sterker nog: ook de jonge kater toont spinnend spontane affectie. ‘Laat de dieren tot mij komen’ schiet me een tekst te binnen uit een ver verleden, toen ik nog naar zondagschool moest. ‘His master’s Voice?’

Maar wat nu met dat gesprek? God, tja, nou, ik ben eigenlijk aan het werk. Kantoor aan huis, ziet u. Dus eh.. nu even niet.

God kent z’n plaats in de wereld en dringt niet aan. Maakt een beleefd groetende beweging, geeft de hond een aai, kijkt me even aan... Maar dan die blik, zo'n vaste overtuiging uitstralend en ook zo vreemd vertrouwd.. Die zie ik niet voor het eerst, en hij mij ook niet. Dat gevoel...

‘Ga aan het werk. Dat praten we een andere keer. Als de tijd er rijp voor is.’ En hij draait zich om, soepel bewegend, maar struikelt dan bijna over het afstapje, bewaart wonderwel het evenwicht.

Terwijl ik de deur sluit, weet ik ineens waar ik die blik eerder zag. Drie weken geleden werd ook aangebeld, ‘a avonds, in de schemering stonden twee als vertegenwoordigers geklede jonge mannen voor de deur. Zondags gekleed, zeg maar. Dezelfde schoudertas, zelfde blik, bijbel in de hand.

“Wij zijn discipelen van de kerk van Jezus. En we willen graag met u praten over de plannen die Jezus heeft met de wereld, en vooral welke rol hij daarbij voor u in gedachten heeft.”

Voor de duidelijkheid, dat zeiden ze dus eerst tegen mijn dochter K, (14) die had opengedaan, in haar topje. Ze haalde mij erbij met de opmerking. ‘paps, er staan twee enge mannetjes voor de deur.”
Niets te veel gezegd, dacht ik toen nog. En toen ze tegen mij begonnen over de plannen van Jezus, hield ik de boot af met de opmerking dat ik zelf andere plannen had. In elk geval voor die avond.

Even later, liet ik de hond uit, ze fietsten me voorbij, als ouderlingen in de vorige eeuw.
En nu schiet me te binnen, dat de hond op dat moment spontaan wel heel enthousiast begon te
kwispelen, zonder enige aanleiding?

Maar dan nu vanmorgen weer?! Zou die Jacob trouwens wel weten dat zijn zoon ook aan ‘cold selling’ doet? Of maakt het allemaal deel uit van het grote plan. En krijg ik binnenkort nog een derde kans, zoals Petrus...?

Goed, eerst maar eens een kop koffie… Ik sudder nog even na... Stel nou, dat Jacob toch gewoon Jacob is? Wat dan? Nou, dan heeft hij in elk geval een bewonderenswaardige zingeving gevonden in zijn eigen bestaan als geprepensioneerde 50-plusser...

Ik geloof het wel, ten minste.

Geen opmerkingen: